Foto: NTR

NIJMEGEN – “Ik denk dat mijn leven minder moeilijk was geweest als ik in een betere buurt was opgegroeid.” De Curaçaose Jahley Meyer (18) uit Nijmegen wordt in zijn wijk Dukenburg dagelijks geconfronteerd met verborgen armoede, geweld en criminaliteit.

Samen met twee andere jongens uit de wijk, besloot Jahley daarom de docu-vlog Dukenburg te maken over opgroeien in een achterstandswijk. “We zijn trots op onze buurt omdat die ons heeft gemaakt tot wie we nu zijn. Maar we laten ook zien wat voor invloed zo’n wijk op je heeft en dat je daardoor makkelijk de fout in kan gaan of erin geluisd kan worden.”

Trailer van de docuvlog Dukenburg

Jahley hoopt dat door de docuvlog gemeenten, bedrijven en onderwijsinstellingen op een andere manier naar jongeren uit achterstandswijken gaan kijken. “Het zou mooi zijn als de gemeente bijvoorbeeld eens met ons in gesprek zou gaan en ons zou vragen wat we echt nodig hebben. We willen allemaal bijvoorbeeld graag werken, maar vaak krijgen we niet eens een kans.”

Zelf woont Jahley al bijna zijn hele leven met zijn moeder en oma in Dukenburg. Thuis hadden ze het nooit breed, maar toen zijn moeder van de een op de andere dag haar baan verloor werd het thuis nog zwaarder. “We kwamen in de schuldsanering en kregen net genoeg geld om in leven te blijven.”

‘Mensen denken vaak bij jongeren uit onze wijk dat we lastig of crimineel zijn, allemaal vooroordelen’

Jahley weet daardoor hoe het voelt ‘om dingen niet te hebben’. “Dat is moeilijk, zeker als je andere kinderen wel van alles ziet doen.” Maar in plaats van het foute pad op te gaan besloot hij op z’n vijftiende werk te gaan zoeken als vakkenvuller. Maar niemand wilde hem hebben. “Mensen denken vaak bij jongeren uit onze wijk dat we lastig of crimineel zijn, allemaal vooroordelen.”

Jahley Meyer (links) – Foto: Eigen collectie

Toch kwam ook Jahley vorig jaar in aanraking met de politie. Veel wil hij er niet over kwijt: “dat moet je maar in de docu zien.” Maar spijt heeft hij wel: “Ik ben met de verkeerde mensen in aanraking gekomen en heb me erin laten luizen. Dat gaat me nooit meer gebeuren.”

‘Als rolmodellen alleen maar succesvolle criminelen in de straat zijn, dan gaat het snel mis’

Roché Nieuwendam (38) herkent het verhaal van Jahley. Zelf is hij ook in een Nijmeegse achterbuurt opgegroeid tussen de criminelen, loverboy-praktijken en drugsdealers in de flat. “Ik heb ook dingen gedaan waar ik niet trots op ben, maar het gekke is dat je zelf niet eens weet dat je in een rotbuurt woont tot je in andere wijken komt en ziet dat het beter kan.”

Roché Nieuwendam – Foto: Eigen collectie

Nieuwendam ontpopte zich uiteindelijk tot een succesvolle rapper onder het platenlabel Topnotch en tegenwoordig coacht hij jongeren zoals Jahley, die ook rapper willen worden. “De meeste jongeren die ik spreek willen heel graag een baan en uit zo’n achterstandswijk komen, het lukt ze alleen niet altijd op eigen kracht. Ze hebben rolmodellen en kansen nodig.”

Nieuwendam begeleidde Jahley en de andere jongens ook bij de opnamen van de docuvlog Dukenburg. “Ik ben echt trots op de jongens. Zelf zou ik dit op hun leeftijd nooit hebben gedurfd.”

Het plan is om met de documentaire langs scholen in het voortgezet onderwijs te gaan om problemen onder jongeren uit dit soort wijken bespreekbaar te maken. “Maar de meeste scholen reageren huiverig”, vertelt Nieuwendam.

‘Veel scholen zijn bang dat de docu te heftig is voor hun leerlingen. Dat vind ik naïef’

“Ze zijn bang dat de docu te heftig is voor hun leerlingen. Nieuwendam vindt dat naïef: “Er zitten kinderen op school die misschien veel heftigere dingen hebben gedaan en hier maak je het juist bespreekbaar door.” De enige school die tot nu toe wel interesse heeft getoond is Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN).

Jahley laat zich er niet door tegenhouden. Hij heeft inmiddels werk gevonden in de buurt. Daarnaast duikt hij ook regelmatig de studio in om muziek te maken. “Over tien jaar hoop ik een vrouw en kinderen te hebben en een gelukkig leven. Misschien heb ik het dan ook gemaakt met mijn muziek, maar als dat niet zo is, dan word ik jongerenwerker.”