DEN HAAG – Staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) vliegt over twee weken naar Bonaire om daar met lokale bestuurders te praten over integriteit. Het Nederlandse kabinet maakt zich zorgen na een rapport van de Rijksrecherche.
Uit dat rapport blijkt dat lokale ambtenaren op Bonaire willekeur toepassen bij het uitgeven van vergunningen. Die vermoedens waren er volgens Knops al, maar de bijzondere gemeente boekt geen vooruitgang als het gaat om goed bestuur.
‘Bestuurders Bonaire erkennen probleem niet’
De staatssecretaris eist een ‘actieve en integere houding van bestuurders’ op Bonaire. De Nederlandse regering wil dat het eiland meewerkt om strengere regelgeving in te voeren voor bijvoorbeeld vergunningen voor grondeigendom, zodat de kans op corruptie vermindert.
Knops zegt de bijzondere gemeente Bonaire te willen helpen, maar het gevoel te hebben dat lokale bestuurders zich niet realiseren dat er een probleem is. “Ook gezien de reactie die er nu wordt gegeven op het rapport van de Rijksrecherche.”
Zorgen nemen toe
In de afgelopen maanden heeft de staatssecretaris meerdere keren zijn zorgen geuit over de houding van Bonaire, in bijvoorbeeld Kamerbrieven. “Het kan niet zo zijn dat Nederland aan de ene kant ondersteuning geeft en dat er aan de andere kant niet geleverd wordt”, aldus Knops.
VVD kritisch: ‘ingrijpen als het moet’
De VVD vindt de houding van de staatsecretaris ‘zwak’ door voorlopig alleen in gesprek te gaan. De coalitiepartij wil van de staatssecretaris weten hoe hij gaat ingrijpen om ‘corruptie en vriendjespolitiek’ te voorkomen, mocht blijken dat Bonaire straks opnieuw weinig vooruitgang boekt.
Op een ‘wat-als-situatie’ wil Knops niet ingaan en het lokale bestuur overnemen zoals op Sint-Eustatius is volgens de staatssecretaris nu niet aan de orde.
‘Ik wil er niet mee dreigen’
Knops benadrukt tijdens het overleg te willen inzetten op een ‘open’ en ‘gelijkwaardige relatie’ met Bonaire. De regering kiest er daarom voor om gesprekken te blijven voeren met het lokaal bestuur en hulp aan te bieden, aldus de staatssecretaris.
“Ik vind het juist een teken van kracht om het gesprek aan te gaan op het moment dat het niet goed gaat. We hebben natuurlijk allerlei instrumenten, maar ik wil er niet mee gaan dreigen.”
