WILLEMSTAD – Zowel op Bonaire als Curaçao heeft de rechter beslist dat ConocoPhillips zijn beslagen op olieproducten en -voorraden op moet heffen voor zover dat nodig is voor de brandstof- en elektriciteitsvoorziening op beide eilanden.
De rechter heeft PdVSA ook een dwangsom van 1 miljoen dollar opgelegd voor iedere dag of dagdeel dat het Venezolaanse olieconcern zijn verplichtingen niet nakomt. Met een maximum van 100 miljoen dollar.
De uitspraken kwamen eerder dan verwacht, maandag zou op beide eilanden uitspraak zijn in de kort gedingen die het lokale bestuur met andere belanghebbenden hadden aangespannen.
De rechters hebben in hun vonnis overwogen dat ConocoPhillips een gerechtvaardigd belang heeft om haar claim op PdVSA zoveel mogelijk veilig te stellen. Maar dat een commercieel geschil tussen deze twee bedrijven niet rechtvaardigt dat een samenleving als geheel ontwricht dreigt te raken als gevolg van een tekort aan brandstof en elektriciteit.
Aparte rekening
Vandaar dat deels de beslagen van het Amerikaanse concern worden opgeheven. De rechters stellen wel een voorwaarde dat de betalingen voor de leveringen van olie plaatsvinden op een speciaal daarvoor aangewezen rekening ( escrow- of derdengeldrekening). Daar moet het geld blijven staan totdat vaststaat of ConocoPhillips dan wel PdVSA recht heeft op dat geld.
Ook Isla moet leveren
De rechters hebben PdVSA verder veroordeeld om binnen 14 dagen de levering van brandstoffen of voor de productie daarvan benodigde grondstoffen aan de Curaçaose raffinaderij Isla te hervatten en ook te blijven leveren. Zodat Isla aan haar leveringsverplichtingen kan voldoen. Ook moet Isla brandstof gaan en blijven leveren tegen de overeengekomen betaling, zegt de rechtbank, zover dat nodig is voor de brandstof- en elektravoorziening. En die betalingen moeten dan ook op de aparte rekening worden gestort.
