Opinie: De ruwe ontroerende schoonheid van Sint-Eustatius

Foto: Walter Hellebrand

Naeem Juliana (28) uit Utrecht woonde tot zijn zeventiende op Sint-Maarten en werkte er in 2014 in de psychiatrische hulpverlening. Na orkaan Irma op Sint-Maarten heeft hij zijn studie psychiatrie in Nederland on-hold gezet, zijn huur opgezegd en afscheid genomen van zijn vriendin. Allemaal om op Sint-Maarten mee te helpen aan de wederopbouw van het eiland en dan met name de psychiatrische hulpverlening. Via Caribisch Netwerk volg je zijn verhaal. Deze week maakte hij met zijn moeder een uitstapje naar buureiland Sint-Eustatius.

De woelige stromingen van de Atlantische oceaan lopen kriskras door de baai aan de noordoostkust van Sint-Eustatius. Het in grote hopen over het strand verspreidde zeewier sargassum ligt erbij alsof het met het nodige geweld is verplaatst. Vlak achter de branding maakt het water trekkende bewegingen die mij ondanks een aanzienlijke zwemervaring en een veilige positie aan de kust een onheilspellend gevoel geven.

Net als bij de rand van een afgrond naar grote diepte trekt deze zee evenveel aan als dat zij afstoot. Ze is tegelijkertijd onherbergzaam en onweerstaanbaar, en waarschijnlijk is het dat laatste dat mij een bijna prettig gevoel van angst bezorgt. Het is niet de angst dat de zee mij naar haar toe trekt, maar de angst dat ik betoverd door haar woeste aantrekkelijkheid op eigen initiatief haar verslindende golven tegemoet zal lopen.

Trotse Statiaan
De natuur van Sint-Eustatius bezit op meerdere plekken deze combinatie van ontroerende schoonheid en afstotende ruigheid. Bij het uitkijkpunt dat de lokale mensen ‘white wall’ noemen schieten uit de diepblauwe zee steile kalksteenformaties de lucht in. Dit versteende residu van een vulkaanuitbarsting staat maar een minimale begroeiing toe en lijkt op het eerste oog voor mensen ontoegankelijk.

Maar dan besef je dat het platform waarvandaan je dit alles bekijkt halverwege de achttiende eeuw uit het steen is gehouwen. De aanwezige kanonnen verraden het doel van die ongetwijfeld zware exercitie; het was een koloniale kustbatterij. Hierin zijn twee karakteristieke elementen van Sint-Eustatius met elkaar in dialoog: de schijnbaar onoverwinnelijke natuur en de eigenzinnige, trotse mens die toch zegeviert.

Kanonnen op vestigingsmuur van Sint-Eustatius – Foto: Naeem Juliana

Kort voor ons bezoek was de voltallige Statiaanse eilandsraad naar huis gestuurd en had Nederland het bestuur op het eiland overgenomen. Het nieuws had me geschokt en ik had daardoor elk artikel dat ik erover kon vinden verslonden in een poging te begrijpen wat er gaande was. Tegen de tijd dat ik de trap van het vliegtuig afdaalde en Statiaanse grond onder de voeten kreeg was ik echter nauwelijks wijzer geworden. Van de eerste gezichten die ik zag viel niets af te lezen behalve de gelatenheid die ik kende van mijn bezoeken aan het eiland als kind.

Identiteit van Statiaanse dialect
Het ritme van de Statiaanse tongval overal om me heen wiegde me al snel tot rust en drong mijn interne dialoog over de politieke situatie naar de achtergrond. Ik heb een grote fascinatie voor het dialect van de Statianen vanwege de hele kleine maar zeer duidelijke verschillen met het Sint-Maartens dialect. Het verschil in cadans is zo subtiel dat het ongrijpbaar is. Ik kan als Sint-Maartenaar niet uitleggen of demonstreren wat een Statiaans accent is, maar ik herken het altijd als ik het hoor.

Mama knows best
De reden van ons bezoek was een receptie ter gelegenheid van de afronding van een onderwijsproject. Mijn moeder was drieënhalf jaar bijna wekelijks op en neer gevlogen tussen Sint-Maarten en Sint-Eustatius om haar rol in dit project te vervullen, en de receptie stond in het teken van de vele dankwoorden aan haar adres. Degenen die het woord namen bleken haar soms al vanaf de jaren tachtig te kennen.

Mijn moeder is pedagoge en is in die hoedanigheid al decennia betrokken bij verscheidene projecten op Sint-Eustatius. Meer dan eens hield mijn normaal zo nuchtere moeder haar tranen maar net in bedwang tijdens de toespraken. Tussen sprekers en toehoorder speelde zich iets af wat de officiële invulling van de avond ver ontsteeg.

Naeem samen met zijn moeder op Sint-Eustatius – Foto: Naeem Juliana

Plots gingen mijn gedachten weer naar het recente ingrijpen door Den Haag. Ik kon niet helpen de warme band tussen mijn Nederlandse moeder en haar Statiaanse collega’s als een contrast te zien met de verzuurde politieke relatie tussen hun landen van afkomst. De toespraken van de Statianen leken uitgesproken in de geest van dit contrast.

Gemis in relatie met Nederland
Al dan niet bewust scheen elke genoemde prijzenswaardige eigenschap van mijn moeder tegelijkertijd te verwijzen naar iets dat in de relatie met Nederland werd gemist, zeker de laatste tijd. Er werd gesproken over het respect waarmee mijn moeder hen tegemoet trad, haar luisterend oor en bovenal de afwezigheid van elke neiging zich boven hen verheven te voelen.

Maar wat mij het meest raakte was iets dat een oudere Statiaanse collega van mijn moeder tegen mij zei bij wijze van afscheid: Take care of your mother, otherwise I’ll deal with you. Daar was die ruwe, ontroerende schoonheid weer, ditmaal in taal uitgedrukt.