DEN HAAG – Curaçao gaat geen geld aan Sint-Maarten geven voor de wederopbouw, maakt premier Eugene Rhuggenaath bekend. Zijn eiland kampt zelf met ‘financiële uitdagingen’.
In de weken na orkaan Irma sprak oud-minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties) de wens uit dat ook Curaçao en Aruba – naar eigen kracht – zouden bijdragen aan het hulpfonds voor Sint-Maarten na de verwoesting door orkaan Irma. Nederland stelt 550 miljoen euro beschikbaar.
Eugene Rhuggenaath in gesprek met John Samson
Curaçaose experts
“Eerlijk gezegd, onze overheid heeft qua budget haar eigen uitdagingen momenteel”, aldus de Curaçaose premier. Rhuggenaath zegt Sint-Maarten op andere manieren te willen helpen.
De Curaçaose staat is bereid om ‘expertise’ en ambtenaren in te zetten voor het bouwen van ‘duurzame’ volkswoningen op Sint-Maarten. “We hebben mensen die eerder hebben geholpen na de verwoesting van orkaan Louis [1995, red.].”
Dialoog met Nederland
De Curaçaose premier ziet de samenwerking met Nederland tijdens de noodhulp aan Sint-Maarten nu minder worden als het gaat over de wederopbouw. Er moet volgens Rhuggenaath snel ‘een dialoog’ komen tussen Nederland, Aruba en Curaçao. “Over wat we sámen kunnen bereiken in de wederopbouw van Sint-Maarten. Dat gesprek heeft nog niet plaatsgevonden, eerlijk gezegd.”
Rhuggenaath is deze week in Den Haag voor gesprekken met verschillende Nederlandse ministers, onder andere met staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) die over het hulpfonds gaat.