Foto: Deya Mensche

WILLEMSTAD – De laatste jaren schrijven steeds meer scholieren van het funderend onderwijs zich in bij het Arbeid Gericht Onderwijs (AGO), een opleiding georiënteerd op de arbeidsmarkt en bestemd voor MLK-leerlingen (Moeilijk Lerende Kinderen). Het gevolg is dat het speciaal voortgezet onderwijs onder hoge druk staat en de AGO-scholen overvol raken.

Vertegenwoordigers van het VSBO en AGO voor katholieke en openbare scholen erkennen dat het voortgezet speciaal onderwijs onvoldoende gespecialiseerde docenten heeft om aan de vraag te voldoen.

Lisette van Lamoen-Garmers. Foto: Deya Mensche

Aanvullende vereisten
De tijd dat een kind naar het speciaal onderwijs ging omdat het alleen wat meer tijd nodig had om de lesstof te begrijpen, is volgens Lisette van Lamoen-Garmers (directeur generaal van het Rooms-Katholieke Schoolbestuur) voorbij. “Je krijgt nu veel gevallen waarbij de leerling nog meer aanvullende vereisten heeft en soms zelfs medicatie gebruikt. De docent is niet in staat om aan dit soort situaties het hoofd te bieden.”

Wladimir Kleinmoedig – functionaris voor het voortgezet onderwijs van de Openbare Scholen – zegt dat het AGO geschikt materiaal nodig heeft. Ook ontbreken bekwame experts. Volgens Kleinmoedig is de overheid al een tijd bezig om de verschillende (onderwijs)opleidingen te optimaliseren, waarbij de materie en de benadering aan het kind aangepast worden.

Opvoedkundigen
Ook zegt Kleinmoedig dat sociale en emotionele factoren een grote rol spelen bij het functioneren van de leerling. “Hoewel een docent van het voortgezet onderwijs de basisvorming heeft om les te geven op een AGO, zijn er toch opvoedkundigen nodig. Er is interne begeleiding nodig en er zijn sociaal werkers nodig op de scholen, die de docent kunnen helpen om weer het kind te helpen.”

De drie AGO’s van Openbare Scholen hebben slechts twee interne begeleiders. Het aantal uren dat door de overheid betaald wordt is beperkt.

“De overheid moet er voor zorgen dat er een Cluster 4 school komt voor studenten die gedragsproblemen hebben en regelmatig medicijnen gebruiken. Dit zal niet alleen het kind ten goede komen, maar dit schept ook een veiliger omgeving voor de docent”, zegt Van Lamoen-Garmers. Er zijn zeker 200 kinderen in de Katholieke en Openbare schoolsystemen die in aanmerking komen om naar een Cluster 4 school te gaan.

Kleinmoedig wil ook dat de overheid werkt aan een AGO diploma, waarbij in de wet bepaald moet worden waar het kind aan moet voldoen. “Nu krijgen ze slechts een certificaat dat in Nederland onbekend is omdat het praktijkonderwijs is.”

Contactpunt
Kleinmoedig en Van Lamoen-Garmers geven aan dat er een uitgebreider samenwerking moet komen met de arbeidsmarkt, om het onderwijs op de markt te kunnen afstemmen. Tenslotte dringen zij er op aan dat er een persoon moet komen bij het ministerie die verantwoordelijk is voor het VSBO en AGO. “Er moet één contactpunt zijn bij de overheid om deze problemen aan te pakken.”