LOB-verzoeken stiefkindje van openbaarheid van bestuur op Curaçao

WILLEMSTAD – De Landsverordening Openbaarheid van Bestuur (LOB) regelt theoretisch voor elke burger het recht op informatie van de overheid. Maar op Curaçao halen burgers en journalisten meestal bakzeil.

Overheidsinformatie is altijd openbaar tenzij de LOB, of andere wetgeving, bepaalt dat de gevraagde informatie niet geschikt is om openbaar te maken. Caribisch Netwerk nam de proef op de som en diende verschillende LOB-verzoeken in.

Geen garantie
Bij het vergunningsloket waar LOB-verzoeken ingediend kunnen worden, geeft de baliemedewerkster aan dat zij twee keer een verzoek sturen aan het betreffende ministerie met een deadline van drie weken. Mocht er na zes weken niet gereageerd worden, dan kunnen ze niets meer doen. Op de vraag of er LOB-verzoeken regelmatig worden gehonoreerd is het antwoord: “meestal horen we niets. We kunnen geen enkele garantie geven.”

Van onze vier LOB-verzoeken is er na vier maanden eentje beantwoord: we wilden weten of er een bouwvergunning is afgegeven voor huizen op Wechi. Dat blijkt het geval te zijn voor een kleine kavel voor acht woonheden bij Malpais. De vraag of er vergunning is afgegeven voor de rest van de kavels op het enorme terrein van Wechi blijft genegeerd.

Brieven van het vergunningsloket over het verstrijken van de deadlines van de LOB-verzoeken - foto: Leoni Leidel-Schenk

Brieven van het vergunningsloket over het verstrijken van de deadlines van de LOB-verzoeken – foto: Leoni Schenk

Op verzoeken voor inzage in de bouw- en aanlegvergunning van het Kruithuis te Brievengat, de hindervergunning van de bunkers van Curaçao Oil Terminal bij Bullenbaai of inzage van jaarverslagen van Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC) blijft het stil. Brieven van het vergunningsloket over het verstrijken van de deadlines komen netjes binnen. In elke laatste brief staat dat ‘helaas de verzochte informatie niet is ontvangen van het ministerie’. Daarmee lijkt de kous af.

Zelfonderzoek
In de Landsverordening staat dat de minister van Algemene Zaken elk jaar, vóór 1 juli, over de invulling van de LOB verslag moet dan aan de Staten. Bij het opvragen van deze Statenverslagen van de afgelopen vijf jaar komt het antwoord dat er sinds 2002, toen Miguel Pourier nog premier was, geen verslag meer is uitgebracht aan de Staten over de LOB. De Landsverordening is onder Pourier in 1995 aangenomen. Op de vraag of de Staten als controlerende orgaan hier niet elk jaar op moet staan, komt geen antwoord. Dat terwijl volgens de Landsverordening de ‘evaluatie van de werking van de openbaarheid van bestuur als vorm van zelfonderzoek door het bestuursorgaan belangrijk is.’

Ook Eline Altenburg-van den Broek, die als verslaggever in 2010 achter de documenten van financiering van politieke partijen aanging, kreeg nul op rekest. “Ik ben anderhalf jaar bezig geweest om de door mij opgevraagde informatie te krijgen. Ik wilde weten hoeveel van de financiering van politieke partijen openbaar was, maar via het vergunningsloket kwam geen antwoord. Toen ben ik bij het ministerie van Financiën zelf gaan aankloppen. Uiteindelijk ben ik naar de toenmalige Ombudsman Alba Martijn gestapt, die moest bemiddelen tussen mij en het ministerie. De toenmalige minister van Financiën, (George Jamaloodin van de MFK), zei letterlijk dat hij de informatie wel had, maar het niet wilde geven omdat ik een journalist ben. Ik had het notabene als burger aangevraagd!”

Zelfs met bemiddeling van de Ombudsman kwam ze niet verder. “Ik had niet het idee dat het om geheime informatie ging, maar dat die er simpelweg niet was.”

Dwangsom
Als een bestuursorgaan niet reageert op een LOB-verzoek, kan men direct naar de rechter stappen. Het Gerecht bepaalt of de overheid het verzoek alsnog moeten beantwoorden en als aanklager kun je vragen om een dwangsom van 1.000 gulden per dag met een maximum van 100.000 gulden, mits het bestuursorgaan niet binnen 3 weken na de uitspraak aan het LOB-verzoek voldoet.

Middelen zijn er dus wel, alleen burgers en journalisten zetten vaak de stap niet. “Uiteraard heb ik overwogen juridische stappen te ondernemen, maar ik had geen organisatie achter me die de kosten wilde dragen”, zegt Eline. Toch lijken de misstanden bij het lobben nu meer aandacht te krijgen; natuurorganisatie Carmabi is onlangs naar de rechter gestapt omdat de overheid geen inzage wilde te geven in de stukken over de bestemmingswijziging van het natuurgebied Oostpunt. De rechter heeft bepaald dat de overheid binnen vier weken inzage moet geven of anders de dwangsom van 1.000 per dag moet betalen.