DEN HAAG – De Tweede Kamer krijgt geen rechtstreekse controlemogelijkheid op de goedkope leningen die Aruba, Curaçao en Sint Maarten via Nederland afsluiten.
“Die leningen worden altijd terugbetaald en de landen zijn hiervoor verantwoordelijk”, laat minister Plasterk van Koninkrijksrelaties vandaag opnieuw weten tijdens een debat. Wel gaat de minister – op aandringen van VVD en SP – voorstellen dat de Rijksministerraad meer inzicht krijgt in de leningen.
Bij de VVD en SP bestaan al enige tijd zorgen over de eventuele risico’s die Nederland draagt bij het afsluiten van goedkope leningen voor de drie andere Koninkrijkslanden. Zij zijn bang dat Nederland uiteindelijk de kosten moet dragen als de landen niet kunnen terugbetalen.
Daarom willen André Bosman (VVD) en Ronald van Raak (SP) van Plasterk weten hoe zij dan zeker weten dat dit geld verstandig besteed wordt door de landen. “Hoe weten we dat het Nederlandse geld voor het nieuwe ziekenhuis op Curaçao goed besteed wordt?, vraagt Van Raak.
Maar die vraag is niet aan de Tweede Kamer, aldus Plasterk. De minister heeft in eerdere debatten al enkele keren aangegeven dat Nederland nauwelijks risico loopt en dat het College financieel toezicht (Cft) in noodgevallen de landen kan aanspreken. Hij herhaalt deze boodschap, maar verduidelijkt hem door te zeggen dat deze leningen ook niet echt op de Nederlandse begroting staan, waardoor de Kamer hier niet over gaat. Hij zegt wel toe voor te stellen dat de Rijksministerraad meer inzicht krijgt in de wijze waarop het Cft bepaalt of leningen afgesloten mogen worden.
Volgens Plasterk hoeven de Kamerleden zich dus geen zorgen te maken. De landen zijn immers zelf verantwoordelijk voor hun uitgaven, zegt hij, ook voor de besteding van de leningen:“De effectiviteit van de besteding wordt alleen beoordeeld bij het inschatten van het risico voor de lening. Als het misgaat kan het College financieel toezicht (Cft) de landen hierop aanspreken.”
Door Jamila Baaziz