Debat Tweede Kamer met minister Plasterk 24 april - foto: Jamila Baaziz

Debat Tweede Kamer met minister Plasterk 24 april – foto: Jamila Baaziz

DEN HAAG – Een deel van de Tweede Kamer maakt zich ernstig zorgen over de oplopende schulden en leningen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De financiën van die landen zouden niet goed genoeg zijn om in aanmerking te komen voor gunstige leningen, terwijl de Nederlandse regering daarvoor wel toestemming geeft.

Dat blijkt tijdens het overleg van de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties met minister Ronald Plasterk op donderdag 24 april.

VVD-Kamerlid Bosman bezorgd over leningen (bijdrage: Jamila Baaziz)

PvdA-er Van Laar over Aruba en Cft (bijdrage: Jamila Baaziz)

Curaçao en Sint Maarten kunnen alleen ‘goedkoop’ geld lenen voor investeringen via de Nederlandse regering als het College van Financieel Toezicht(Cft) daarvoor goedkeuring geeft. Die toestemming geeft het Cft nu aan de landen omdat het voldoende vertrouwen heeft in hun financiële situatie. De Nederlandse regering volgt de adviezen van het Cft altijd op.

Leningen
De VVD, SP en PVV vragen zich af of de afwegingen van het Cft wel voldoende te controleren zijn en of de regering niet te blind vaart op hun oordeel. Want uit rapportages van het Cft blijkt dat de landen niet aan alle financiële voorwaarden voldoen die gesteld worden. VVD-Kamerlid André Bosman vindt dat gek: “Of je voldoet aan de eisen en dan mag je geld lenen. Of je voldoet niet en dan kan dat niet.” Minister Plasterk vindt dat het niet zo zwart-wit ligt en geeft aan dat er soms onder voorwaarden toch geleend kan worden als het Cft dat goedkeurt. Dat is wat er nu ook in de praktijk gebeurt.

Een van de heikele punten die met de minister besproken worden is het gebrekkige inzicht in de financiële situatie van de overheids-NV’s van Curaçao en Sint Maarten, zoals Aqualectra en het havenbedrijf. “We vragen al jaren om meer duidelijkheid over die overheids-NV’s, maar die is er nog steeds niet. Hoe kan het dan zijn dat het Cft toestemming geeft voor leningen?” vraagt SP’er Ronald van Raak zich af. “Een groot deel van de overheidsfinanciën bestaat uit geld in de NV’s, maar niemand weet zeker of daar schulden zijn.”

Aruba
De oplopende staatsschuld van Aruba en de investeringen die het land doet, is een tweede discussiepunt. Plasterk onderkent die zorg en geeft aan dat hij daarom met Aruba overlegt over een vrijwillige vorm van financieel toezicht om problemen in de toekomst te voorkomen. Het land moet over twee jaar beginnen met het verkleinen van de staatsschuld, die tegen die tijd tegen de 80 procent van het bruto nationaal product (BNP) zal zijn naar verwachting. Dat is afgesproken naar aanleiding van een advies van het IMF (Internationaal Monetair Fonds).

PvdA-Kamerlid Roelof van Laar vraagt zich af of dat afbouwen van de schulden niet te snel gaat. “Hoe verantwoord is het om Aruba te dwingen hun schuld zo snel terug te dringen? Aruba is ambitieus en moet die ambitie waarmaken. Het gaat erom hoeveel vertrouwen je daarin hebt. Ik vind dat de nieuwe regering tijd mag nemen om een begroting te maken en de plannen die ze hebben waar te maken.”

De angst van sommige Kamerleden dat Nederland uiteindelijk opdraait voor de schulden van de andere Koninkrijkslanden is niet terecht, zegt Plasterk. “Natuurlijk wordt Nederland daar dan ook op aangekeken, maar het is echt aan de landen zelf om hun schulden af te betalen.”

Door Jamila Baaziz