Hoogleraar Leonie Cornips. Foto: Pieter Hofmann.

Hoogleraar Leonie Cornips. Foto: Pieter Hofmann.

AMSTERDAM – Enkele honderdduizenden mensen in het Koninkrijk zijn opgevoed in zowel het Papiaments als het Nederlands. Die tweetaligheid heeft zijn voordelen, maar in het onderwijs worden die niet benut.

Meestal reageert de omgeving positief als kinderen tweetalig opgevoed worden, zeggen ouders. Maar de Nederlandse samenleving lijkt moeite te hebben met tweetaligheid. De Rotterdamse burgerschapscode wil bijvoorbeeld dat op straat alleen Nederlands gesproken wordt.

Bianca Rafaela: “Bij mij in de familie is het normaal dat de kinderen tweetalig worden opgevoed.”

Sharesca Victorina, met kinderen van 17 en 25 jaar: “Toen ik naar Nederland kwam was tweetaligheid raar. Wij hadden discussies: is tweetaligheid wel nodig? Is het beter voor het kind? Ik wilde vooral dat mijn kinderen direct op school mee konden komen.”

Onderwijs

In het onderwijs is er geen ruimte voor een andere schooltaal dan Nederlands. Professor Leonie Cornips is auteur van ‘Eigen en vreemd – Meertaligheid in Nederland’: “Kinderen die van huis uit belangrijke tweetalige bagage meegekregen hebben, moeten eenmaal op school of de crèche hun ‘rugzakje’ afdoen. Op bepaalde basisscholen mogen kinderen alleen Nederlands praten, zelfs in de pauze.”

Van tweetalige kinderen wordt vaker gedacht dat ze gebrekkig Nederlands spreken. Toen de jongste zoon van Victorina in groep 2 zat, vonden leerkrachten hem te stil. Zij dachten direct aan een taalachterstand.

Victorina: “De juf zei: misschien kent hij de woorden niet. Ik ben gaan nadenken en kwam erachter dat hij meer aan Papiaments was blootgesteld dan zijn oudere broer. Hij was namelijk vaker bij de oppas, die Papiaments sprak.”

“Ik heb hem daar niet weggehaald. Maar ik heb wel meer opgelet dat hij vaker Sesamstraat keek en dat we meer gingen lezen. Meer Nederlandse input dus, niet minder Papiaments.”

De leerkrachten hadden het fout. Haar zoon veranderde niet. Victorina: “Hij was gewoon een stiller kind met andere interesses.” Overigens wil Victorina niet spreken van bekrompenheid. “Ik ben ook docent. Ik geloof echt dat ze hem in goede banen hebben willen leiden.”

Voordelen

Cornips: “Als die kinderen taal A spreken, onderdrukken ze taal B zonder die volledig uit te schakelen. Zo wordt de mentale activiteit die informatie in de hersenen verwerkt beter getraind om hoofd- en bijzaken goed te scheiden. Vaak zijn tweetaligen ook beter in staat om zich in anderen te verplaatsen. Ook lijken ze gemakkelijker een derde taal te leren.”

Die voordelen worden volgens haar niet benut. “In een globaliserende wereld wordt Nederlands ondergeschikter, dus waarom maken we ze tot eentalige wezentjes? Dat vind ik raar. Zeker als je bedenkt dat tweetalige kinderen sneller een derde taal leren. Je zou dat juist moeten oppakken in het onderwijssysteem.”

Cornips geeft een voorbeeld. “In het Vlaamse onderwijssysteem worden soms kinderen met dezelfde thuistaal bij elkaar gezet om elkaar te helpen bij een vak waar de stof voor iedereen nieuw is. Zo geef je andere talen een plaats op school en gebruik je het als hulpmiddel.”

Door Pieter Hofmann