De Arubaanse sopraan Imara Thomas is populair. In Duitsland zingt ze in verschillende opera’s van grote Europese componisten. Haar droom? In een groot stadion klassieke muziek uit de Cariben bezingen.
Imara is in Amsterdam geboren en trots op haar Arubaanse achtergrond. Haar familie ademt een en al muziek. Aan de hand van tante Gloria Connor rolt de kleine Imara van het kerkkoor en televisieoptredens zo de wereld van de klassieke muziek in.
Ze is pas 12 jaar als ze met het Amsterdamse Promenadeconcert zingt tijdens het kerstconcert in De Doelen in Rotterdam. “Een koor met 150 mensen, het orkest en die volle zaal. Ik vond het te gek.” En ze is meteen verkocht: ze wil zangeres worden.
Kippenvel
Ze ontdekt gaandeweg de muziekwerken van Mozart, Verdi, Bellini, Tchaikovsky en Puccini en dan gaat er een wereld voor haar open. “In één aria heb je zo veel emoties. Kippenvel! Dat heb ik niet zo met andere muziek.”
Niet alle zangers kunnen het, maar Imara Thomas blijkt net zo makkelijk pop en jazz te kunnen zingen als klassiek. Dat komt doordat haar stem heel flexibel is, waardoor ze opvallend hoog en zuiver kan zingen.
Ze ís al operazangeres. Maar na de opleiding aan het Conservatorium Maastricht volgt een moeilijke periode. “Ik kreeg veel complimenten”, vertelt ze. “Ook van grote impresario’s. Maar ze konden niet veel voor me doen.”
Opera in Duitsland
Imara Thomas vertrouwt op haar eigen talent en kennis. Na haar studie bouwt ze een netwerk als freelancer. Ze reist een tijdje mee met het orkest van André Rieu, een van de populairste orkesten vanwege de manier hoe zij klassieke muziek voor een breed publiek aantrekkelijk maken. “Geweldig. Al die landen, die grote stadions!”
In 2015 pakt ze dan eindelijk dé kans van haar leven: ze wordt sopraan bij de Oper am Rhein in Düsseldorf, waar ze nu ook woont. Het is een van de grotere operahuizen van Duitsland.
Ze zingt mee in Operaproducties van alle grote meesters van de klassieke muziek: Verdi, Puccini, Wagner. Maar het blijft kriebelen. “Ik miste heel erg de muziek en cultuur uit het gebied waar ik vandaan kom. Dat is een deel van wie ik ben”, zegt Imara. Dus zoekt ze verder naar haar ‘Puccini in de Caribbean’.
Caribbean classics
Dit zijn haar caribbean classics: ‘Abo so’ van de Arubaan Padú Lampe (1920-2019), ‘Encuentro’ van Wim Statius Muller (1930-2019) uit Curaçao en ‘Siboney’ van de Cubaan Ernesto Lecuona. Dit is de muziek die haar hart raakt, die ze ademt. Afgelopen oktober kreeg ze weer de kans om deze liederen in het concertgebouw in Amsterdam te zingen.
Haar grote inspiratie is de Cubaanse sopraan Xiomara Alfaro (1930-2018). Dat Caribische ritme, die manier van zingen; alweer een nieuwe wereld die voor haar open gaat. Maar nu herkent ze zichzelf wél. Dit is haar cultuur, zegt ze.
Imara Thomas heeft nog een droom. Ze wil die twee werelden van klassieke muziek bij elkaar brengen. En niet zomaar. “Ik denk aan een solo-optreden in een groot stadion. Iets in de sfeer van de Italiaanse operazanger Andrea Bocelli. Het is het verhaal van mijn reis, van Padu tot Puccini.”