Caribische gemeenten niet goed voorbereid op rampen en crises

Foto: Pixabay

Ondanks verbeteringen in de afgelopen jaren, zijn Bonaire, Saba en Statia nog steeds niet goed voorbereid op mogelijke rampen en crises. Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

Na drie orkanen in 2017 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar hoe rampen en crises in de toekomst beter aangepakt kunnen worden. Na vijf jaar blijken lang niet alle adviezen te zijn opgevolgd.

“Het zijn stevige constateringen aan het adres van mijn ministerie”, reageert minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius van Justitie & Veiligheid. “Dat de crisisorganisaties van de bijzondere gemeenten niet voldoende zijn voorbereid op toekomstige rampen en crises, dat rampenbestrijding niet op orde is en dat er een serieuze veranderopgave ligt.”

Op 1 juni begint het jaarlijkse orkaanseizoen. De crisisorganisatie was in 2017 niet in gevaar, maar kwam toen wel onder enorme druk te staan. Er wordt het uiterste van mensen verwacht en er wordt niet goed samengewerkt, concludeert de inspectie.

Dat het – ondanks de adviezen – nog steeds ‘niet voldoende’ op orde is, zou gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van inwoners. Zelf vindt de minister dat er ‘snel en zichtbaar’ verbetering moet komen en belooft daar ook werk van te maken.

Twee opvallende conclusies

In het rapport van de inspectie Justitie en Veiligheid zijn twee opvallende conclusies, waarop ook minister Yeşilgöz op heeft gereageerd.

1. Heldere afspraken
De organisaties op de eilanden die betrokken zijn bij de rampenbestrijding verschillen van mening met het ministerie over wie waar precies verantwoordelijk voor is. Zelfs tussen het ministerie van Justitie en Veiligheid, en dat van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties zou er onduidelijkheid zijn over verantwoordelijkheden.

Yeşilgöz belooft dat er snel en heldere afspraken op papier komen. “Ik ben het met de Inspectie eens dat het onwenselijk is dat hierover discussie kan bestaan.”

De minister geeft de eilanden en de inspectie ook gelijk op een ander punt: omdat het om kleine eilanden en gemeenschappen gaat, zou haar ministerie zelf een grotere rol op zich moet gaan nemen.

2. Wat kunnen de eilanden aan?
Wat zouden de crisisorganisaties van de eilanden aan moeten kunnen? Op die vraag is moeilijk antwoord te geven, omdat dat nooit is vastgesteld. Daardoor kunnen de bijzondere gemeenten ook niet aangeven wat voor extra financiële hulp ze nodig hebben, erkent de minister.

Op het gebied van samenwerking blijkt dat de eilanden weliswaar allemaal oefenen, maar niet met elkaar. Yeşilgöz wil ook gaan kijken of er met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten afspraken gemaakt kunnen worden. Op die manier kunnen alle eilanden elkaar beter helpen bij een ramp.

Extra geld
De minister belooft de kritiek ‘ter harte’ te nemen en te gaan samenwerken met de bijzondere gemeenten, schrijft ze aan de Tweede Kamer. “Het is evenwel duidelijk dat mijn ministerie hiervoor eerst en vooral aan zet is.”

Er komt op de bestaande begroting elk jaar zo’n 300.000 euro extra voor Bonaire, Saba en Statia. “Voor 2023 gaat het om een bedrag van ongeveer 500.000 euro en met ingang van 2024 om ongeveer 800.000 euro.”

Wat wel goed gaat
Positief is volgens de inspectie dat Saba en Statia nu minder afhankelijk zijn voor de aanvoer van hulpgoederen, water en medicijnen tijdens een ramp. Dat komt door de bouw van een nieuwe luchthaven op Sint-Eustatius en meer mogelijkheden voor vervoer overzee. Ook de techniek van het gsm-netwerk en de meldkamer van de hulpdiensten (911) is verbeterd op de eilanden, ziet de inspectie.

De Wekelijkse Update

Blijf voortaan op de hoogte over de Caribische gemeenschap. Abonneer je net als anderen op de Wekelijkse Update via deze link.