Saba en Sint-Eustatius hebben sinds een paar maanden ook een kindertelefoon. Kinderen blijken vooral te willen praten over hun liefdesproblemen, maar ze bellen ook om ‘serieuze gesprekken’ te voeren over eenzaamheid en geweld.
Problemen rondom liefde, relaties en pestgedrag komen veel voor onder kinderen die bellen. Ook eenzaamheid, lichamelijk geweld, hun thuissituatie, seksualiteit en problemen op school blijken reden te zijn om de hulplijn Guana Chat 918 in te schakelen.
Wie belt, krijgt iemand uit Aruba aan de lijn
De hulplijn is opgezet door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport samen met de stichting Kindertelefoon Aruba. Al vanaf maart kunnen kinderen op Sint-Eustatius (3.200 inwoners) bellen. Later is ook Saba (1.900) hierbij aangesloten. Om de anonimiteit in zulke kleine gemeenschappen te kunnen garanderen, krijgen de kinderen uit Saba of Sint-Eustatius een vrijwilliger uit Aruba – 900 kilometer verderop – aan de lijn.
“Kinderen zijn opgelucht dat ze kunnen bellen naar Aruba”, vertelt Mildred Rijhiner. Zij is coördinator Huiselijk Geweld en Kindermishandeling voor Saba. “We hebben ouders en kinderen horen zeggen van: als je belt en je hebt het gevoel dat diegene aan de lijn doorheeft wie je bent, dan houdt het op.”
Veel gesprekken ‘serieus’
Zowel vanuit Saba als Sint-Eustatius waren de eerste contacten al ‘serieus’, vertelt James Sneek. Hij is de directeur van de kindertelefoon op Aruba. “Tot nu toe hebben 53 kinderen of jongeren contact opgenomen met Guana Chat 918. De jongste beller was vijf jaar en de oudste was 35 jaar. De meeste van de contacten zijn als serieus gecategoriseerd.”
“De kinderen die contact hebben opgenomen voor serieuze gesprekken zijn allemaal doorverwezen naar hun school, maatschappelijke organisatie of een familielid.”
Bellen met de kindertelefoon op Saba of Sint-Eustatius?Kijk voor meer informatie op www.guanachat918.com |
“Dat is de kracht en ook een stukje garantie dat het dus meer is dan een telefoontje”, vertelt Dirkje de Jong, manager Maatschappelijke Ondersteuning voor de gemeente Sint-Eustatius. “We registreren alleen of het een jongen of een meisje is, de leeftijd en wat er speelt. Dan kijken we samen met de kindertelefoon Aruba wat we daarmee kunnen doen. Bijvoorbeeld: wat moeten we doen met het feit dat zoveel kinderen bellen over pesten?”
Elk eiland is anders
Op Aruba bestaat de kindertelefoon meer dan twintig jaar. Maar zomaar uitbreiden naar Saba en Sint-Eustatius gaat niet. De cultuur op de verschillende eilanden is toch echt anders, zeggen betrokkenen.
“Denk bijvoorbeeld aan de manier van opvoeden en vrijetijdsbesteding”, zegt Sneek. “Voor ons was het dus belangrijk om eerst meer inzicht te krijgen in de culturele aspecten van de kinderen op Statia en Saba. Dat geeft je meer handvatten om hulp te geven.”
Geen Europese bril
“Je ziet vaak op Aruba, en op de andere eilanden, dat professionals in Nederland hebben gestudeerd en dan bij wijze van spreken met de Europese bril kijken naar het oplossen van problemen”, zegt Sneek. “Wij hebben juist veel mensen met verschillende achtergronden en van de verschillende eilanden.”
Wat ook opvalt: alle vrijwilligers op Aruba spreken vier talen. Engels, Papiamento, Spaans en Nederlands. De bedoeling is dat de hulplijn er ook voor Bonaire komt.
De hele samenleving is erbij betrokken
“Vanwege de kleinschaligheid hebben we op Saba vanaf het begin letterlijk de hele samenleving betrokken bij de kindertelefoon. Van ouders, tot de kerken en het dagelijkse bestuur van het eiland”, vertelt coördinator Rijhiner. “Anders had het denk ik niet meteen zo’n grote impact gehad bij de lancering.”
Soms werd er wantrouwend op het idee voor een kindertelefoon gereageerd. “Ouders vroegen ons bijvoorbeeld: bedoel je dat mijn kind gaat bellen om te klagen of zoiets?”
“Op Saba is het nog net iets makkelijker om iedereen te bereiken dan op Statia, maar je merkt dat meer mensen het omarmen”, zegt De Jong. “Al zijn er altijd mensen die hiertegen zijn. Maar als kinderen met de kindertelefoon geholpen worden, dan is dit uiteindelijk voor de hele samenleving een winst.”