Deze week vergaderen de parlementen van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Nederland met elkaar. Behalve discussies en presentaties, zijn er weinig concrete doelen. Sommige parlementsleden vragen zich af wat voor zin deze bijeenkomsten hebben.
De parlementsleden zijn in Den Haag om te praten over de democratie, het slavernijverleden en hoe ze ruzies met Nederland het beste kunnen oplossen. Maandag spraken de eilanden eerst met elkaar ‘om een vuist te maken’. Dinsdag tot en met vrijdag vinden gesprekken plaats met ‘machtsblok Nederland’.
‘Wat voor zin hebben deze bijeenkomsten?’
Verschillende Caribische parlementsleden uiten hun irritatie over dit Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko). “Waar ik wel benieuwd naar ben, is wat Nederlandse politici deze week te zeggen hebben over kolonialisme en het slavernijverleden. Daar hebben we ze niet eerder over gehoord”, zegt Statenlid Melissa Gumbs (PFP, Sint-Maarten) tussendoor in de wandelgangen.
“Maar we voeren de bestaande discussies steeds overnieuw. Ik had liever dat we hier spraken over de slechte vliegverbinding tussen de verschillende eilanden. Dat moet je samen en heel snel gaan oplossen.”
“We hebben misschien niet gesproken over grote thema’s, maar wel over andere belangrijke dingen zoals BSN-nummer voor studenten”, reageert PNP-parlementslid Sheldry Osepa (Curaçao). “Er komt nog een afsprakenlijst vrijdag.”
“Mensen denken dat zo’n overleg geen zin heeft. Maar het feit dat je hierdoor andere parlementariërs straks makkelijker kunt bellen om problemen op te lossen, dat helpt. Dat Statenlid Mercelina (PNP) zelf betaalt om hier aanwezig te kunnen zijn, dat zegt toch ook wat?”
‘Ophouden met alleen maar praten, tijd om afspraken na te komen’
UDP-leider Sarah Wescott-Williams (Sint-Maarten) is kritisch. “Ja, ik geloof dat het belangrijk is dat we doorgaan met deze bijeenkomsten. Maar alléén als we al die afspraken ook gaan uitvoeren, want dat is nog het probleem. We beginnen stééds weer overnieuw.”
Sint-Maarten komt daarom met een voorstel: de parlementen van de drie Caribische landen moeten voortaan een paar keer per jaar bij elkaar komen. “Drie tot vier keer per jaar”, zegt de Sint-Maartense parlementsvoorzitter Grisha Heyliger-Marten (UPP). “Om stappen te zetten.”
“De parlementariërs wilden snel meetings houden omdat het drielanden-overleg van vandaag eraan zat te komen. Dat moet anders. En er moet voortaan een terugkoppeling zijn van de gemaakte afspraken: wat kunnen we afvinken, wat moet er nog gebeuren en hoe gaan we dat aanpakken. Anders blijven we hetzelfde doen: maar blijven praten.”
Parlementsleden krijgen oorveegDe drie Caribische leden van de Raad van State gaven ook een presentatie over hun werk. Wat opviel: er was ook kritiek op de politici uit Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. “Men roept van alles, men vindt van alles, men verwacht van alles van Nederland”, zegt Staatsraad Paul Comenencia (Curaçao). “Maar men doet volstrekt onvoldoende om hier in Nederland beter begrip te kweken voor de belangen, positie en voor wat er gebeurt in de Caribische landen. Met alle respect voor u, dames en heren.” Ook Staatsraad Maria van der Sluijs-Plantz (Sint-Maarten) doet een soortgelijke oproep. “Denk goed na over welke gevechten je wil aangaan. Zorg ervoor dat argumenten goed onderbouwd zijn. U zult zien dat uw goed onderbouwde argumenten beloond zullen worden.” |
MAN-Statenlid Giselle McWilliam (Curaçao) vindt het een goed idee om vaker bij elkaar te komen. “Maar”, zegt ze, “de parlementsleden gaan naar Den Haag namens hun eigen partij, niet als één parlement. Aan de ene kant kun je op deze manier wel open en eerlijke discussie met elkaar voeren, maar aan de andere kant: het blijft dan wel moeilijker om dingen te realiseren.”
De diplomatie wordt door het publiek soms onderschat, vindt McWilliam. “Er zijn zoveel beslissingen die door Nederland worden genomen voor onze eilanden, over bijvoorbeeld een BSN-nummer of de studieschulden. Als wij geen persoonlijke relatie onderhouden, dan is het moeilijker om onze belangen te behartigen.”
Democratisch deficit
De gesprekken achter gesloten deuren hebben zin, reageert Statenlid Miguel Mansur (Accion21) van Aruba na afloop. “We hebben zojuist een concreet resultaat geboekt!”
Het gaat om de zogeheten geschillenregeling: een wetsvoorstel dat ruzies tussen de eilanden en Nederland zou moeten oplossen, maar hier wordt ironisch genoeg al twaalf jaar over geruzied.
Het wetsvoorstel dat Nederland had ingediend, is gesneuveld, omdat Den Haag alsnog het laatste woord wilde hebben bij conflicten. Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zeggen een eigen concept te willen indienen. “Er zijn wat aanpassingen gedaan. Het is gelukt.”
“En we gaan zometeen naar de Tweede Kamer. Op uitnodiging van D66 gaan we praten over het democratisch deficit, zodat ons volk meer te zeggen krijgt in het Koninkrijk.”
Regering Aruba, Curaçao en Sint-Maarten ook niet welkomDe gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten werden – samen met de aanwezige pers – eruit gestuurd na de presentaties. Ook zij wilden de discussies bijwonen over de problemen die Caribische studenten ervaren in Nederland. De regeringsvertegenwoordigers van Curaçao en Sint-Maarten waren daar zichtbaar en hoorbaar teleurgesteld. Parlementsvoorzitter Heyliger- Marten zegt in een reactie het ‘raar’ te vinden dat die van Sint-Maarten ‘zichzelf heeft uitgenodigd’. “Mijn standput was net: óf de gevolmachtigde minister van Sint-Maarten vertrekt óf ik”, reageert onafhankelijk Statenlid Christopher Emmanuel. “Dit is een bijeenkomst voor discussies tussen parlementsleden en dan heb je als regering hier helemaal niets te zoeken.” |