ORANJESTAD – “Iedereen deed de deur dicht. Zijn leven bestaat uit opsluiting en verder niets. Maar hij heeft dringend hulp nodig. Dat zegt ook de rechter. Hoe meer je hem opsluit zonder hulp, dan gaat hij steeds ergere dingen doen.”
Lucila Dirksz vertelt over haar 20-jarige zoon Jeffrey die na amper drie maanden uit de Arubaanse gevangenis KIA, weer vastzit. Hij zou nu iemand hebben neergeschoten. Ze is niet verbaasd dat haar zoon verder ontspoort als crimineel: Jeffrey heeft als minderjarige niet de hulp gekregen die de rechter wél in 2018 oplegde.
Toen maakte het gerecht zich al zorgen: Jeffrey had op zijn 16e en 17e al een serie ernstige misdrijven gepleegd. Waaronder verkrachting van een jogger onder bedreiging van een vuurwapen, doodsbedreigingen van zijn moeder en oma en het plan om toeristen te gaan beroven. Deskundigen concludeerden dat de kans op herhaling en verder crimineel ontsporen heel hoog is, als hij niet de juiste hulp krijgt.
Voor de veiligheid van anderen en hemzelf, moest Jeffrey daarvoor naar een inrichting voor jeugdigen (PIJ) aldus de rechter, waar hij die hulp eindelijk zou krijgen. Want hoewel Arubaanse instanties niet verantwoordelijk waren voor zijn gedrag, concludeerde de rechter toen wél: ze hadden gefaald in bieden van juiste hulp en begeleiding.
‘Mama, ik wil een toekomst’Jeffrey komt uit een gezin met grote sociale problemen; verslaving, criminaliteit. Moeder Dirksz: “Mijn kinderen werden van mij afgenomen. De andere twee zitten nog in pleeggezinnen en dat is altijd goed gegaan. Maar Jeffrey maakte altijd problemen, want hij wilde bij mij zijn. Geen pleeggezin of tehuis kon hem tegenhouden, hij vocht zich eruit.” Als hij negen is, gaat hij naar een pleeggezin in Amerika. Na drie jaar gaat het mis. “Er is daar iets gebeurd. Wat weet ik niet, dat heeft hij nooit verteld. Maar hij kwam terug met een litteken in zijn gezicht, rare gedachten, echt anders. Hij ging honden doden, kippen. Vonden we een poot hier, een kop daar, heel wreed en angstaanjagend. Daarom heeft mijn zoon echt hulp nodig. Maar terug op Aruba, nergens wilden zij hem helpen.” Jeffrey wil zelf ook die hulp. Dat blijkt uit het vonnis van 2018, en ook nu nog. “Hij heeft amper school gehad en kan zich niet redden in de wereld. Dat weet hij, daarom wil hij hulp en een opleiding. Dat zegt hij mij ook nog steeds: Mama, ik wil een toekomst.” |
Aruba heeft geen PIJ-instelling. In gevangenis KIA is er een jeugdafdeling maar daar is geen hulp en begeleiding voor jongeren als Jeffrey. Hij zou na het vonnis in 2018 dus naar Nederland worden gestuurd. “We hebben maanden gewacht. Ik ging nog vragen of ik iets moest bijdragen, maar ze zeiden dat de overheid alles zou betalen. Toen hij na een jaar nog in het KIA zat, wist ik het al: ze gaan weer niets voor hem doen”, zegt moeder Dirksz.
De Arubaanse justitie heeft het vonnis nooit uitgevoerd. Na twee jaar zonder de juiste hulp te hebben gekregen, komt Jeffrey in juni vrij. “Hij was eerst rustig, praatte niet veel. Maar na een paar maanden, begon ik weer te merken: hij is niets veranderd. En toen explodeerde hij dus weer.”
Bekend probleem, oplossing blijft uit
Jeffrey blijkt niet de enige; er zijn meer Arubaanse jongeren voor wie de rechter de PIJ-maatregel oplegt maar justitie die vervolgens niet uitvoert. Het is een bekend probleem; zelfs al voor de invoering van de maatregel (met het nieuwe jeugdstrafrecht in 2014) concludeerden deskundigen dat er nog veel moest gebeuren. Alleen als de Caribisch-Nederlandse eilanden samenwerken, ook met Nederland erbij, is een jeugdinrichting haalbaar en betaalbaar, bleek uit onderzoek.
De vraag is waarom na zes jaar er nog steeds geen structurele oplossing is. En waardoor jongeren als Jeffrey kunnen blijven ontsporen.
Andin Bikker, de huidige justitieminister van Aruba erkent het probleem en zegt dat hij het daarom op de agenda van het laatste justitieel overleg van de landen in het Koninkrijk heeft gezet. Hij zegt dat een werkgroep zich er mee bezig houdt.
Behandeling te duur
Maar op vragen waarom een oplossing al jaren duurt, komt Bikker met dezelfde argumenten als zijn voorgangers: uitvoeringsproblemen, gebrek aan samenwerking én vooral de kosten. Of het te duur is om jongeren als Jeffrey te behandelen en daarom justitie dus de vonnissen niet uitvoert, daarop blijft de minister ontwijkend antwoorden. Maar uiteindelijk geeft hij wel het volgende toe:
“De PIJ-maatregel is theoretisch heel mooi: iemand heeft dat bedacht maar de uitvoering is zo ontzettend ingewikkeld. Want het zijn de kosten per dag en per maand voor behandeling van één iemand. In vergelijking met iemand die geen PIJ-maatregel heeft opgelegd gekregen en in KIA verblijft, is dat gewoon onevenredig groot.”