ORANJESTAD – “Hij was een persoon die écht van zijn land hield, een landskind in welke betekenis dan ook van deze geliefde rots. Dus als de mensen dat kunnen herinneren en hem als voorbeeld nemen voor hoe je je land kan vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld als je naar het buitenland gaat”, zegt Vivian Lampe tijdens de begrafenis van haar vader, Padu Lampe. Hij was de laatste in leven van de drie artiesten die het volkslied van Aruba maakten.
Videoreportage door: Sharina Henriquez
Padu, die met zijn muziek in heel de Caribe en ook in Zuid-Amerikaanse landen waarvan vooral Venezuela beroemd werd, zou volgend jaar april 100 jaar zijn worden. De stichting, Fundacion Padu Lampe, was al druk bezig met voorbereidingen voor de grote viering. Woordvoerder Alice van Romondt zegt dat die voorbereidingen gewoon doorgaan.
De ‘vader van cultuur’ (tata di cultura) laat namelijk een enorme schat aan artistieke creaties achter. Zijn muzikale carrière beslaat meer dan 70 jaar. Er zijn 200 tot 250 cassettes met nooit eerder gehoorde composities in zijn huis gevonden en die wil de stichting allemaal digitaliseren.
Hij was ook een kunstschilder en Van Romondt vertelt dat ze een grote expositie hebben gepland van zijn werken en ook een boek erover uitgeven. De stichting is ook bezig met lesmateriaal voor scholen over het leven van Padu. “We hadden niet verwacht dat hij vijf maanden voor zijn honderdste verjaardag zou overlijden. Maar zoals veel mensen ook zeggen: hij is niet weg, maar veranderde van leven op aarde naar in de hemel. En als wij het volkslied spelen, dan blijven we hem herinneren, dus is hij altijd bij ons.”
De laatste woorden van dochter Vivian aan Padu als zijn kist het graf ingaat, zijn: “Te oro.” ‘Tot gauw’ betekent dat letterlijk. Maar op Aruba kan dat ook wat langer duren.