WILLEMSTAD – Terugkeren naar je eiland na je studie in Nederland blijft niet aantrekkelijk voor de meeste Curaçaose jongeren, zo blijkt uit onderzoek en gesprekken met ze.
Geert Huisman is na zijn studie in 1999 teruggekomen naar het eiland. Hij herkent de problemen waar veel ex-studenten tegenaan lopen als ze terugkeren. “Eén van de belangrijkste redenen om niet terug te keren, is toch geld. De salarissen op het eiland liggen veel lager dan bijvoorbeeld in Nederland.”
Ook de arbeidsvoorwaarden zijn minder goed geregeld, zegt hij. Zoals pensioen. “Eigenlijk komt het erop neer, dat je niks opbouwt hier, en dat houdt veel Curaçaose jongeren tegen om hier te komen en te blijven.”
‘Lokalen accepteren niet dat jongeren mondiger zijn geworden’ – Geert Huisman, oud-student.
Maar ook acceptatie blijkt opvallend genoeg een probleem, zegt Huisman. “Ze krijgen minder betaald dan de blanke Nederlander op het eiland en worden niet geaccepteerd. De lokalen die niet gestudeerd hebben, accepteren niet dat de jongeren tijdens hun studie mondiger zijn geworden. Er heerst hier een cultuur van ons-kent-ons en hand boven het hoofd houden. Je wordt hier eerder aangenomen als je de juiste mensen kent en niet vanwege je opleiding en werkervaring.”
Dat zegt ook een ex-student die anoniem wil blijven omdat hij nog wel naar Curaçao wil terugkeren. Na anderhalf jaar keerde hij terug naar Nederland omdat hij niet kon wennen aan de lokale bedrijfscultuur waar volgens hem, ‘dingen niet goed geregeld werden’. Maar bovenal was zijn salaris niet toereikend om zijn studielening af te lossen.
‘Ik verdiende als copiloot niet genoeg om mijn schulden af te lossen’ – ex-student
“Ik heb een heel dure opleiding gedaan waarvoor ik een lening moest afsluiten bij een Nederlandse bank. De aflossing hiervan was 800 euro per maand, omgerekend zo’n 1600 gulden. Dat is net zo hoog als het minimumsalaris van het eiland. Ik verdiende, ondanks dat ik een goede baan had als copiloot, niet genoeg om mijn schulden te kunnen aflossen naast mijn vaste lasten. De bank heeft hier een jaar lang rekening mee gehouden, maar sommeerde na een jaar toch dat ik terug moest komen naar Nederland.”
Ook Achanty Damice-Thomasa keerde na het afronden van haar studie jeugdpsychologie in 2015 terug. In de jaren die volgde, kreeg ze een parttimejob bij Stichting Kinderbescherming Curaçao. Ondanks dat ze heel graag fulltime wilde werken, was meer werken of een vast contract niet mogelijk. In de 4,5 jaar die daarop volgde, heeft ze veel verschillende banen erbij gedaan om toch aan een fulltime salaris te kunnen komen. En daar had ze moeite mee.
‘Je moet zelf leren zwemmen’- oud-student Achanty Damice-Thomasa
“Wat ik ook miste bij al die plekken waar ik heb gewerkt, is dat ze niet investeren in opleidingen voor de werknemers. Ook qua begeleiding had ik meer verwacht. Ik heb nauwelijks intervisie gehad of feedback op mijn functioneren. Ik heb ervaren dat je in de diepte wordt gegooid en zelf moet leren zwemmen.”
Onderwijsminister Marilyn Alcala-Walle herkent het probleem van de ex-studenten. “Het niet kunnen aflossen van de studieschuld is een veel gehoord probleem. In principe zou het zo moeten zijn dat de studenten naar draagkracht hun studielening kunnen aflossen. Echter horen wij van de ex-studenten, dat dit in de praktijk hier niet zo werkt. Ik zou dit graag willen onderzoeken, want ik zou het jammer vinden als dit een reden zou zijn voor hoogopgeleide jongeren om niet terug te keren naar het eiland. Hun opgedane kennis kunnen we hier goed gebruiken.”
Uit onderzoek: remigratie moeilijkElk jaar vertrekken rond de 400 Curaçaose jongeren naar het buitenland voor hun vervolgstudie. Nederland is favoriet omdat bursalen met een havo/vwo-diploma makkelijk instromen daar. Ook vanwege het krijgen van een studielening bij DUO, zo blijkt uit onderzoek van RE-Quest Research & Consultancy. Een groot deel keert echter niet meteen terug na het behalen van de studie. Reden: het vinden van een vaste baan, meer verschillende beroepsmogelijkheden, het vinden van een levenspartner of de hoge schuld van DUO die moeilijk af te lossen is met een lokaal salaris na terugkeer. Een kleine groep hoogopgeleide Curaçaoënaars keert wel terug naar het eiland. Uit het onderzoek blijkt echter dat deze remigratie niet zonder slag of stoten gaat: “De Curaçaoënaar ervaart zijn remigratie als opnieuw moeten integreren in de samenleving, nadat hij of zij enkele jaren is weggeweest van het eiland.” |