Justitieel Vierlanden Overleg: Neuzen moeten zelfde kant op
Foto: Ariën Rasmijn

Foto: Ariën Rasmijn

ORANJESTAD – Tijdens het Justitieel Vierlanden Overleg tussen Aruba, Nederland, Curaçao en St. Maarten, afgelopen vrijdag, hebben de vier landen de nodige afspraken gemaakt op gebied van onder meer de Kustwacht, politie en de overdracht van gedetineerden.

Luister naar de Nederlandse minister van Justitie Ivo Opstelten

De ministers, korpschefs en procureurs-generaal van alle vier de landen van het Koninkrijk namen deel aan het Overleg. Duidelijk werd dat de landen alle neuzen dezelfde kant op willen. De problemen moeten worden geïnventariseerd. Dan werkt het steeds beter om elkaar makkelijk te kunnen helpen.

Communicatie

De Arubaanse minister van Justitie Arthur Dowers (AVP) wees erop dat nu in ieder geval de communicatie onderling veel beter verloopt. Zo kunnen de ministers elkaar altijd bellen. Hoofdprioriteiten werden dit keer vastgesteld, zoals grensoverschrijdende criminaliteit en huiselijk geweld, maar ook drugs, mensenhandel, inbraken, geweldsdelicten en jeugdcriminaliteit.

Kustwacht

Voor Dennis Richardson, de kersverse minister van Justitie van St. Maarten, was dit het eerste Overleg. Hij legt de nadruk op samenwerking maar houdt wel rekening met de specifieke omstandigheden in de verschillende landen. De Curaçaose minister van Justitie, Nelson Navarro, gaf aan dat er een meningsverschil was over de uitvoering van de taken van de Kustwacht. Zo wil Curaçao bescherming door de kustwachtwacht 24 uur per dag, zeven dagen in de week. Er werd afgesproken om het onderwerp te parkeren tot het volgende overleg. De landen zijn sowieso bezig met het vaststellen van een beleidsplan voor de jaren 2014 tot en met 2017. Dit plan moet naar verwachting eind dit jaar klaar zijn en zal weer besproken worden tijdens het volgende Vierlanden Overleg dat dan plaats zal vinden. Er is afgesproken om dan ook de Nederlandse minister van Defentie uit te nodigen zodat de invulling verder besproken kan worden. De Nederlandse MinJus Ivo Opstelten zei dat de landen in de tussentijd ‘hun huiswerk moeten doen’.

RST

Tijdens het overleg is er gesproken over de aanstellingseisen van aspirant agenten. Verder is er gesproken over de stand van zaken rond de de opleiding en training van politiemensen. ook werden het Recherche Samenwerkingsteam (RST) besproken. Daarover waren veel complimenten over en weer. Afgesproken werd dat het voorlopig in min of meer dezelfde vorm wordt aangehouden. De ministers spraken ook over de overdracht van gedetineerden binnen het Koninkrijk. Dat onderwerp is echter verder aangehouden en zal tijdens het volgende overleg weer besproken worden.

Moderne opsporingsmiddelen

De PG’s van de vier landen hebben met elkaar afgesproken om te kijken naar de mogelijkheden voor samenwerking tussen de korpsen op gebied van de toepassing van ‘moderne’ technische opsporingsmiddelen. In november wordt daarvan verslag gedaan. Het doel is onder meer om de kosten te verlagen door samen te werken.

Ten slotte zijn er formele stukken vastgesteld, zoals de jaarrekeningen, de begrotingen en de jaarplannen van de Openbaar Ministeries van de landen.

Door: Ariën Rasmijn