De airconditioning zoemt zachtjes op de achtergrond in de spreekkamer van de psychiater. De koele, droge lucht heeft een kalmerende uitwerking op mij. Buiten kent de brandende zon weinig genade, hierbinnen is het microklimaat een stuk vriendelijker. De ruimte is van binnen onaangetast; geen inzakkend plafond en geen waterschade aan de onderste centimeters van de meubels.

Voor veel patiënten en hun families een schril contrast met hun huidige leefomstandigheden. Zo ook voor de moeder die nu tegenover mij en de psychiater zit. Ze vraagt hoe lang we haar zoon nog in de kliniek kunnen houden, want op dit moment kan ze hem niet opvangen. Haar huis is verwoest waardoor ze gedwongen is met een groot aantal familieleden in een klein appartement te verblijven.

“Om een zorgverzekering af te sluiten moest ze door een hel”

Maar er is ook goed nieuws. ‘Ik heb de zorgverzekering afgesloten’ zegt ze glimlachend terwijl ze een stapeltje papieren van haar schoot pakt en aan ons toont. De glimlach verdwijnt weer van haar gezicht als ze daaraan toevoegt dat ze door een hel moest gaan om het voor elkaar te krijgen. Hele dagen in lange rijen, om eenmaal bij het loket aangekomen telkens te horen te krijgen dat er nog iets ontbreekt of dat ze niet de juiste papieren heeft.

“Het gaat wel beter, maar hij is nog lang niet de oude”

‘En ik heb de tijd eigenlijk helemaal niet’, zegt ze. Ze legt uit dat ze zoveel mogelijk probeert te werken zodat ze kan sparen voor de wederopbouw van haar huis, dus verloren tijd is verloren geld. Terwijl de psychiater zijn medeleven toont en zegt blij te zijn dat de verzekering nu in elk geval geregeld is, bel ik de maatschappelijk werkster. Of ze even wil komen om de verzekeringspapieren na te kijken.

‘Het gaat wel beter, maar hij is nog lang niet de oude, zo kan hij echt niet naar huis, zeker nu niet’. De psychiater en ik twijfelen allebei even voor één van ons het woord neemt. Het is de psychiater die zich uiteindelijk tot de moeder richt. ‘Dat zien wij ook’ zegt hij. ‘Het punt is, er is nog één medicijn waarvan we redelijkerwijs kunnen verwachten dat het beter zal werken dan wat we tot nu toe hebben gegeven.

“Zijn toon is geaffecteerd en eisend, de hare warm en sussend”

Maar dat medicijn kan in zeldzame gevallen ernstige bijwerkingen hebben. Als we daarmee starten zult u de medicatie inname goed moeten monitoren wanneer uw zoon weer thuis is. En hij zal ook regelmatig bloed moeten prikken. Gaat dat lukken?’ ‘Het zal wel moeten’ zegt de moeder stoïcijns. ‘Ik wil gewoon dat hij beter wordt’. ‘Dan gaan we dat doen’ zegt de psychiater. ‘Zullen we uw zoon het plan ook even voorleggen?’

Moeder en zoon zijn druk met elkaar in gesprek. Het gaat over de voorraad van zijn favoriete hapjes en drankjes, die zij trouw om de paar dagen komt aanvullen. Zijn toon is geaffecteerd en eisend, de hare warm en sussend. Na een paar minuten verliezen zijn woorden steeds meer van hun onderlinge samenhang. Zijn antwoorden raken de gestelde vragen slechts rakelings, om daarna hun onnavolgbare weg voort te zetten. Het gesprek heeft geen wederkerigheid meer. Op den duur spreekt alleen de zoon nog, steeds luider bovendien. De moeder kijkt naar de handen in haar schoot. De psychiater besluit dat het tijd is om het gesprek af te ronden.

Naeem Juliana

Naeem Juliana (27) uit Utrecht woonde tot zijn zeventiende op Sint-Maarten en werkte er in 2014 in de psychiatrische hulpverlening. Na orkaan Irma op Sint-Maarten heeft hij zijn studie psychiatrie in Nederland on-hold gezet, zijn huur opgezegd en afscheid genomen van zijn vriendin. Allemaal om op Sint-Maarten mee te helpen aan de wederopbouw van het eiland en dan met name de psychiatrische hulpverlening. Via Caribisch Netwerk volg je zijn verhaal.