Inspectie: onderwijs in Caribisch Nederland haalt nu basiskwaliteit

Foto: Belkis Osepa

HILVERSUM – De Onderwijsinspectie rapporteert dat steeds meer scholen in Caribisch Nederland de basiskwaliteit halen. De aansluiting met vervolgonderwijs in Europees Nederland is verbeterd en zorgleerlingen worden beter geholpen.

De Nederlandse leereisen en -normen worden niet toegepast op Caribisch Nederland. Het ministerie beraadt zich over een norm, maar die staat nog niet vast. De enige gestelde eis is die van basiskwaliteit, de ondergrens qua onderwijskwaliteit. Die eis is voor Europees en Caribisch Nederland gelijk. Steeds meer scholen in Caribisch Nederland bereiken deze basiskwaliteit.

Vincent Holslag, inspecteur bij de Onderwijsinspectie: “Een norm of aanvaardbare score hebben we niet. Maar we kijken er wél naar, en beschrijven of het beter of slechter wordt.”

Anton Hermans, directeur van de Saba Comprehensive School (SCS): “Wij hanteren het Caribisch systeem. We evalueren de resultaten ten opzichte van andere jaren. Ook maken we jaarlijks een examenverslag met onze eigen bevindingen.”

Taalonderwijs

Door de taal is Europees en Caribisch Nederlands onderwijs moeilijk vergelijken. Anders dan in Europees Nederland is de moedertaal in Caribisch Nederland meestal Papiaments (Bonaire) of Engels (Saba en Statia). De taalprestaties verschillen dus sowieso, net als de lesmethodes.

De rol van het Nederlands in het taalonderwijs verschilt daarom enorm. Op Bonaire is de instructietaal Nederlands, ondersteund door Papiaments. Op de Bovenwindse eilanden geldt Nederlands als tweede taal. Hermans: “Je moet het hier goed kunnen spreken, dat is het uitgangspunt. Misschien niet op hetzelfde niveau als het Engels, maar Nederlandse woordjes leren alleen is niet voldoende.”

Aansluiting vervolgonderwijs

De onderwijssystemen binnen het Koninkrijk verschillen behoorlijk, maar sluiten wel op elkaar aan. Een Caribisch havodiploma geeft bijvoorbeeld toegang tot een Nederlandse hbo-opleiding. Holslag: “De leerlingen doen Nederlandse examens of Engelstalige van vergelijkbaar niveau. Er zijn extra modules waardoor er sprake is van een dekkend leerstofaanbod voor het havo, dus toegang tot het Nederlandse hbo is terecht. Het niveau is het probleem niet, de taal en cultuur vaak wel.

Hermans: “Je zelfstandig redden aan de andere kant van de wereld is niet niks. Jongeren gaan van een beschermde omgeving naar een grotemensenwereld. Wel kiezen onze leerlingen die naar Nederland gaan meestal voor Engelstalige opleidingen. Door de globalisering van het onderwijs speelt de taalbarrière steeds minder een rol.”

 Zorgleerlingen

Kinderen met leer- of gedragsmoeilijkheden hebben extra begeleiding nodig, maar in Caribisch Nederland is daar geen speciaal onderwijs voor. Jan Willem Maijvis, inspecteur bij de Onderwijsinspectie: “De insteek is dat verschillende expertisecentra scholen gaan helpen bij het onderwijs aan zorgleerlingen, bijvoorbeeld door het aantrekken van specialisten. Dat kan gaan van fysiotherapeuten tot psychologen; die moeten dan ingevlogen worden en dat kost tijd.” Die wachttijd is teruggelopen van maanden naar weken. “Net als in Nederland.”