ORANJESTAD — Grote delen van Aruba kwamen gisteren onder water te staan na onverwacht zwaar noodweer. Premier Mike Eman zegt ‘aangenaam te zijn verrast’ door een telefoontje van minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties) waarin hij aangaf dat Nederland bereid is hulp te bieden indien dat nodig zou zijn. De hulp was in dit geval niet nodig, zegt de premier.
Waarmee precies Nederland wilt helpen is niet gezegd, vertelt Eman. “Ik heb tegen hem gezegd dat met name de eerste uren een grote uitdaging waren. Veel wijken zijn hard geraakt. Veel woningen die ik zelf heb mogen bezoeken hebben grote schade ondervonden. Maar het is niet zo dat er direct behoefte is voor steun vanuit Nederland hiervoor, maar we waarderen wel de solidariteit.”
Eman zegt ook vanuit de Koninklijke Marine, die een kazerne op het eiland heeft, een toezegging van steun te hebben gekregen. “Tijdens orkaan Matthew hadden we van tevoren gevraagd voor steun van de marine. Dat bleek achteraf niet nodig. Gisteren kregen wij ook direct een signaal van de commandant van de kazerna dat zij paraat stonden om ons te ondersteunen. Dat hebben wij goddank niet hoeven te gebruiken.”
Aruba werd gisteren getroffen door zwaar noodweer. Binnen enkele uren stortte 70 millimeter water naar beneden, waardoor veel woningen blank kwamen te staan en sommige wegen onbegaanbaar werden. Ook kwamen verschillende delen van de luchthaven onder water te staan en viel de elektricitei in een groot deel van het eiland voor lange tijd uit.
Onverwacht
De materiële schade was groot, met name ook omdat de regen volkomen onverwacht kwam. Volgens premier Eman komt dit soort zwaar noodweer vaak genoeg voor om een investering in de infrastructuur te verantwoorden, die dergelijke overlast tegen zou kunnen gaan.
Door Ariën Rasmijn