Plasterk belooft hoger sociaal minimum voor Caribisch Nederland maar niet meer inspraak
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Ronald Plasterk. Foto: Pieter Hofmann.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Ronald Plasterk – Foto: Pieter Hofmann.

DEN HAAG – De Nederlandse regering heeft vandaag voor het eerst gereageerd op het rapport van de commissie-Spies. Die heeft in oktober 2015 de gevolgen van de staatkundige hervormingen van 10-10-’10 in kaart gebracht.

Op de eilanden van Caribisch Nederland is veel kritiek op de invulling van de staatkundige hervormingen. De Nederlandse regering zou onvoldoende doen aan armoedebestrijding en te weinig luisteren naar de eilanden. Over het algemeen waren de verwachtingen in Caribisch Nederland hoger, qua sociale voorzieningen.

Pieter Hofmann interviewt minister Plasterk

Onderstand
De koopkracht in Caribisch Nederland, met name voor mensen met onderstand, moet omhoog. Dat vindt ook Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zodra het sociaal minimum is vastgesteld, wordt de onderstand geleidelijk verhoogd. De onderstand wordt dan gelijkgesteld aan een percentage van het minimumloon. Plasterk: “Tot dusver was de regering niet bereid een bestaansminimum in te voeren en daar de uitkering aan te koppelen. Dat gaan we wel doen.”

“De onderstand is nu ongeveer 200 dollar, het wettelijk minimumloon is 800 dollar. Dat is een enorm gat. De onderstand zal geen 100 procent zijn van het minimumloon, maar is wel een sprong voorwaarts en dat moet ook”, zegt de bewindsman. Ook komen er meer vrijstellingen van de ABB (algemene bestedingsbelasting) om de koopkracht te bevorderen.

Vrije uitkering
De vrije uitkering is te laag, maar gaat niet omhoog. Plasterk: “De totale middelen voor Caribisch Nederland zijn sinds 10-10-’10 omhooggegaan van 113 naar 310 miljoen. Die zitten voornamelijk in verschillende ministeries.”

Rijksvertegenwoordiger
Aan de staatkundige structuur wil Plasterk weinig veranderen. Wel gaat de Rijksvertegenwoordiger nadrukkelijker het kabinet vertegenwoordigen. Plasterk: “Het Nederlandse kabinet is verantwoordelijk voor wat er gebeurt. In het verleden waren er situaties, uitwassen zelfs, waarin departementen tegen de Rijksvertegenwoordiger zeiden: wij hoeven je niks te vertellen. Het is juist de bedoeling dat er één Rijksbeleid gevormd wordt.”

Inspraak
De minister begrijpt de roep om meer inspraak voor de eilanden. “Maar dat is soms ook wel makkelijk gezegd. Neem een nieuw schoolgebouw op Bonaire, wat er echt mooi bijligt. Daar hebben ambtenaren van het ministerie van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) heel hard aan getrokken. Er is veel kritiek geweest van: ja, er reizen zoveel ambtenaren naartoe, maar dat was niet voor niks. Ze hebben daar het nodige tot stand gebracht. Natuurlijk moet je veel aan het eilandsbestuur overlaten, maar er zijn ook veel landstaken.”

Door Pieter Hofmann

Lees hier de volledige brief aan de Tweede Kamer