WILLEMSTAD – Van de duizend meisjes tussen de veertien en negentien jaar op Curaçao, zijn er 34 moeder. Dat heeft het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) vorig jaar berekend. Het percentage tienermoeders is sinds 2008 (3,5 procent) amper gedaald.
Sommige tienermoeders zijn dolblij met hun zwangerschap, maar het komt vaker voor dat het ongepland was. De meisjes lopen het risico verstoten te worden door hun familie en moeten op sommige scholen vroegtijdig de school verlaten.
Fundashon Guia i Forma vangt de meiden op bij Kas Bruder Pius. Hierna keren die meisjes terug naar hun ouderlijk huis waar zij er, na zes maanden begeleiding door de stichting, alleen voor staan.
De zeventienjarige Myra werd zwanger op haar vijftiende. Ze verhuisde naar Kas Burder Pius tot ze haar dochter op de wereld zette. Snel daarna moest ze terug naar huis. De vader van haar kind, zag ze niet meer. “Hij was goed voor me en we deden veel samen, maar hij wilde geen kind. Toen ik vertelde dat ik zwanger was, werd hij boos. Hij vond dat ik het had moeten voorkomen.”
Geen anticonceptie
Myra gebruikte geen anticonceptie en ook nu, na haar zwangerschap, vrijt zij onveilig met haar partner. Volgens Adriana Boersma, die onderzoek deed na tienermoederschap in onder andere Curaçao, is het gebruik van anticonceptie nog steeds een probleem. “De meest gevonden oorzaak van ongewenste zwangerschap is het niet gebruiken van betrouwbare anticonceptie. Sommige meisjes gebruiken het, maar niet structureel”, is te lezen in haar onderzoek.
Volgens Boersma zorgt seksuele voorlichting, maar ook het legaliseren van abortus voor minder ongewenste zwangerschappen en betere zorg voor vrouwen. In 2015 werden ten minste vijf meisjes opgenomen in het ziekenhuis na de inname van illegaal verkregen abortuspillen. “Dit percentage ligt waarschijnlijk nog hoger, maar is niet geregistreerd.”
Plek voor beperkte periode
Davidson Mourillon is voorzitter van Fundashon Guia i Forma. Onder de stichting vallen de opvanghuizen St. Jozef (jongens/meisjes 4-13 jaar), Rose Pelletier (meisjes van 14-18 jaar) en Bruder Pius (zwangere tieners tot 18 jaar). Bij alle drie de huizen is maar voor een beperkte periode plek voor opvang. Mourillon geeft aan dat het vaak moeilijk is de kinderen en jongeren te laten gaan. “We stellen de begeleiding samen gebaseerd op de periode dat ze bij ons blijven, maar soms merk je dat dit niet genoeg is.”
De stichting is afhankelijk van subsidie van de overheid, maar ook voor een groot deel van donaties. “Als het echt nodig is, lukt het soms door een donatie de opvang te verlengen. Maar in principe moet we ze laten gaan. Voor de jongens is er na hun veertiende eigenlijk geen opvang meer. Soms merken we dat het niet goed gaat en de kans bestaat dat ze een verkeerde weg kiezen. Het komt dan ook voor dat zij terugkomen na een paar jaar. Dat is moeilijk.”
De juiste begeleiding
De jonge moeders kunnen soms terecht bij het begeleid wonen aan de Bramendiweg. Helaas keren de meesten na de geboorte van hun kind terug naar hun ouderlijk huis, soms onder erbarmelijke omstandigheden. “We begeleiden hen nog zes maanden op afstand en daarna moeten we ze laten gaan. Het is moeilijk, want we weten wat nodig is om zo’n meisje de juiste begeleiding en voorlichting te bieden.”
Door Elisa Koek