Curaçao heeft handen vol aan één Syrische vluchteling
Aktham Abu Fakher

Aktham Abu Fakher

WILLEMSTAD – Curaçao heeft de handen vol aan de Syrische vluchteling Aktham Abu Fakher (26). Zijn zaak maakt duidelijk dat het jonge land het lastig vindt om de vreemdelingenproblematiek het hoofd te bieden. Aktham dreigt tussen wal en schip te vallen, nadat hij op 19 januari vluchtte uit Venezuela.

Op advies van de Nederlandse Ambassade in Caracas vroeg hij asiel aan op Curaçao. Aktham zit sindsdien in detentie, terwijl hij politiek asiel heeft aangevraagd.

Een reportage van Dick Drayer

Beleid
Oorzaak is ontbrekende wetgeving op het terrein van asielbeleid. “Curaçao heeft helemaal niets”, zegt advocaat Berend Scheperboer. Hij houdt zich bezig met vreemdelingenbeleid op het eiland. In de praktijk betekent dit, dat er wordt geïmproviseerd. “Dat krijgt in alle omstandigheden een andere invulling.”

Een immigratiefunctionaris op de luchthaven doet daar nog een schepje bovenop: “Als we een probleem hebben op Hato, dan wordt er een functionaris gebeld en die beslist wat er gaat gebeuren. Op basis waarvan is ons onduidelijk. Deze man heeft geen autorisatie van de minister. De enige die bij uitzondering mag beslissen.”

De zaak kreeg deze week een wending toen duidelijk werd dat de veiligheidsdienst van Curaçao zich met Aktham bemoeide. De directeur van het Rode Kruis liet dat weten in een e-mail aan een representant van Aktham.

Papieren
Formeel is die organisatie door de UNHCR aangewezen om bijstand te verlenen aan vluchtelingen op het eiland. Maar de directeur laat weten geen commentaar op de zaak te willen geven. Hij ontkent zelfs betrokkenheid bij de zaak, maar geeft na enige tijd toe dat het Rode Kruis wel degelijk bezig is om de juiste papieren te regelen zodat Aktham naar Nederland kan om asiel aan te vragen.

Berend Scheperboer denkt dat de kans groter is dat de Syriër voorlopig in detentie blijft. “Dat mag ook, want hij heeft geen inkomsten.” Politiek asiel aanvragen kan niet, maar eeuwig in detentie kan ook niet. “Maximaal zes maanden en dan moet Curaçao hem gedogen. Net zoals een groot aantal andere buitenlanders die niet uitgezet kunnen worden, omdat het land van herkomst ze niet meer wil, zoals Cuba. Het ontbreken van asielbeleid treft meer mensen.”

Bonaire
Toch heeft de raadsman hoop voor Aktham. “De islamitische gemeenschap op het eiland regelt al het een en ander voor hem. Zij zullen hem wel opnemen in hun midden, als hij vrij komt. Maar een reis naar Nederland zit er niet in vanaf hier.” De immigratiefunctionaris weet wel een oplossing: “als hij slim is, vertrekt die man illegaal met een bootje naar Bonaire. Dat eiland is onderdeel van Nederland. Daar hebben ze de wetgeving wel op orde.”

Door Dick Drayer