BRUSSEL – In Den Haag bij de vertegenwoordigingen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt in de ochtend en middaguren met elkaar gebeld. Zijn alle collega’s in Brussel veilig? Zeker één Arubaanse diplomaat is in Brussel. Hij werkt vlakbij metrostations Schuman en Maelbeek, waar de tweede aanslag is gepleegd.
Het gaat om Cedrick Tilma, die veilig blijkt te zijn. “Gisteren rond dezelfde tijd zat ik nog in de metro. De lijn onder de Wetstraat is een drukke route waarop veel mensen reizen. Dat zullen die terroristen zeker ook gedacht hebben”, vertelt Tilma.
Pijnlijk
Tilma besluit thuis te blijven als hij het nieuws hoort. “Ik wilde bij mijn gezin zijn. Later ben ik gebeld door iemand die net langsreed toen de ontploffing plaatsvond. Hij vertelde me over mensen die bebloed naar buiten kwamen en onder het stof zaten. Verschrikkelijk. Het is heel pijnlijk voor België, voor Europa ook. Ik hoop nu vooral dat mensen hier gepast op reageren. Mijn gedachten gaan uit naar de slachtoffers en hun naasten.”
De Curaçaose Danielle Cohen Henriquez mocht tot de namiddag haar werkplek niet verlaten. “Op straat staan overal militairen, politie en pantserwagens. Nog meer dan tijdens de vier dagen durende lockdown na de aanslagen in Parijs. Iedereen verwachtte sindsdien dat er ooit wel iets zou gebeuren in Brussel. Het was alsof we op een tikkende tijdbom zaten.”
Wennen aan het idee
“Toch lijkt de stad sneller dan verwacht weer te ontspannen”, zegt Cohen Henriquez. “Het lijkt erop dat men al genoeg tijd heeft gehad om aan het idee van terroristisch gevaar te wennen. De metro’s en treinen rijden weer, de scholen gaan waarschijnlijk morgen gewoon weer open. Inmiddels weten we hier ook dat het geen zin heeft om onszelf dagenlang op te sluiten, het dagelijks leven moet vroeg of laat toch doorgaan.”
Hoe nu verder, dat weet Cohen Henriquez nog niet precies. “De consequenties zijn nu moeilijk te overzien. Het zal in ieder geval veel discussies in de Europese Unie ingewikkelder maken. Maar ik wil voorlopig niet weg uit de stad. Er is hier nog teveel te doen.”
‘Eng’
Ann Philipps van het Curaçaohuis in Den Haag reist elke maand af naar Brussel om Curaçao te vertegenwoordigen. Voor haar gevoel komen de aanslagen nu ‘heel dichtbij’. “Ik vind het eng. Het metrostation is ook niet veraf gelegen van waar ik altijd verblijf”, vertelt Philipps. Eigenlijk zou Philipps pas vandaag naar Nederland teruggaan, maar dat kon gisteravond al. Ze wordt onderbroken door telefoontjes uit Curaçao; nu van haar bezorgde familie.
Door Pieter Hofmann en John Samson