Stichtingen nog steeds in onzekerheid na 10-10-10

Caribisch Netwerk brengt een serie artikelen over de eilanden, vijf jaar na de Staatkundige Vernieuwing, die op 10 oktober 2010 werd voltooid. Op die datum werden de Nederlandse Antillen ontbonden en zijn Sint Maarten en Curaçao autonome landen binnen het koninkrijk geworden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn sindsdien ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland. Aruba heeft al sinds 1986 een autonome status en behoorde niet meer tot de Nederlandse Antillen.

Sonia en Sheila - foto: Deya Mensche

Sonia Baromeo en Sheila Albertoe – foto: Deya Mensche

WILLEMSTAD – De vijf jaar na 10-10-10 stonden ook in het teken van onzekerheid voor stichtingen, waarbij de staatkundige veranderingen en de politiek een onderbreking in de fondsenwerving met zich meebrachten.

Volgens Sonia Baromeo die vanaf het begin bij de stichting Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO) werkte, en later bij Reda Sosial is gaan werken, had de Curaçaose regering geen duidelijke visie om te bepalen wat er met de sociale situatie moest gaan gebeuren. Volgens Sheila Albertoe, directeur van Bos di Hubentut was er in deze periode geen goede communicatie of toenadering van de kant van de overheid en niet-overheidsorganisaties.

Snoeien
Diverse stichtingen waren volledig afhankelijk van AMFO fondsen en de gevolgen van de onderbreking in de financiële continuïteit waren vernietigend voor veel stichtingen. Vele van hen moesten snoeien in hun begrotingen en bepaalde projecten stoppen om te kunnen overleven, en andere moesten zelfs hun deuren sluiten.

AMFO was een fonds dat Nederland in 2007 voor vijf jaar had opgericht, om te helpen bij de armoedebestrijding op de Antillen, en de opheffing ervan had niets te maken met 10-10-10. “Het fonds kreeg 23 miljoen gulden per jaar en na vijf jaar had Nederland bijna 100 miljoen gulden in onze gemeenschap gestoken”, legt Baromeo uit.

Volgens Baromeo stelde Nederland de criteria vast en bepaalde hoe het geld verdeeld moest worden. De overeenkomst tussen de regeringen van Nederland en de Antillen was dat nadat Nederland de financiering stop zou zetten, elke regering haar eigen aandeel over zou nemen. In het geval van Curaçao was dit 8 miljoen gulden per jaar. “Met de regering van Curaçao is specifiek afgesproken dat het overgebleven geld van USONA en AMFO, samen met een bijdrage van twee miljoen gulden van de regering van Curaçao, gebruikt zou worden als overgangsfonds. Daarna werd er besloten dat Reda Sosial de uitvoerende organisatie zou zijn.”

Gewaarschuwd
Volgens Natalie Bulo-Daal, coördinator van de stichting Kompa Nanzi, heeft de AMFO op tijd gewaarschuwd dat ze zouden ophouden met subsidie geven. “Van onze kant hebben we alles geprobeerd, en zijn we zelfs naar Nederland gegaan om met diverse instanties en fondsen te spreken om te kijken of we aan financiering konden komen. Het antwoord was overal hetzelfde, Nederland geeft geen cent, want Curaçao is zelf verantwoordelijk voor haar stichtingen.”

Eind 2013 tekenden premier Ivar Asjes, minister Ronald Plasterk en Reda Sosial een protocol , waarbij deze ongeveer dertig projecten van de AMFO zou overnemen. Volgens Rudy Wijngaarde, medewerker van Reda Sosial is het geld in januari 2014 binnengekomen en is meer dan negentig procent van de aanvragen goedgekeurd.

Volgens Bulo-Daal is de situatie nog steeds spannend voor veel stichtingen. Voor Kompa Nanzi was het gevolg van de financiële onderbreking dat ze hun filiaal in Buena Vista moesten sluiten, waar meer dan 20 mensen hun baan verloren en ongeveer negentig kinderen hulp kregen. Volgens Albertoe leeft er in de gemeenschap het idee dat als er een stichting wordt opgericht dat de overheid verplicht is deze automatisch te steunen. “Integendeel, daarvoor ben je juist een niet overheidsorganisatie en moet je je bestaansrecht bewijzen en een duurzaam product hebben zodat de gemeenschap je steunt”, legt ze uit.

Goed begin
Volgens Albertoe zijn initiatieven als het Jeugdplatform, dat Reda Sosial financieel beheert en waar Bos di Hubentut deel van uitmaakt, een goed begin. Wijngaarden vult aan dat voor het jaar 2016 Reda Sosial al haar begroting heeft ingediend, waarbij ze de overheid hebben gevraagd om meer dan 8 miljoen gulden te reserveren voor projecten.

Door Deya Mensche