Bonaire heeft Bonairianen nodig

Caribisch Netwerk brengt een serie artikelen over de eilanden, vijf jaar na de Staatkundige Vernieuwing, die op 10 oktober 2010 werd voltooid. Op die datum werden de Nederlandse Antillen ontbonden en zijn Sint Maarten en Curaçao autonome landen binnen het koninkrijk geworden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn sindsdien ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland. Aruba heeft al sinds 1986 een autonome status en behoorde niet meer tot de Nederlandse Antillen.

Celia Fernandes Pedra en Hans Evers - foto Janita Monna

Celia Fernandes Pedra en Hans Evers – foto Janita Monna

KRALENDIJK – ‘Kom terug naar Bonaire’. Celia Fernandes Pedra zag al in 2007 dat dat nodig was. “We voorzagen een onevenwichtige bevolkingsgroei op het eiland. Een analyse van de toenmalige bevolkingscijfers voorspelde dat Bonaire in 2020 zo’n 30.000 inwoners zou hebben. Daarvan zou nog slechts zo’n 40 procent Caribisch Nederlander zijn.”

Dus richtte ze de stichting Ban Boneiru Bèk op. Die zet zich in om Bonairianen in Nederland en elders in de wereld, terug te halen naar het eiland. “Niet alleen Bonairianen, hoor”, voegt Fernandes Pedra daaraan toe. “Alle landskinderen. Iedereen die Bonaire een warm hart toedraagt, die gevoel heeft voor de cultuur en de taal. Ook Nederlanders die hier zijn opgegroeid.”

Sinds het eiland op 10 oktober 2010 een bijzondere gemeente werd van Nederland, is het aantal Europese Nederlanders dat met kortlopende contracten op het eiland werkt, toegenomen.

Discontinuïteit
Dat heeft niet alleen gevolgen voor de samenstelling van de bevolking, zegt Fernandes Pedra: “Het zorgt op veel plekken in de samenleving – onderwijs, overheid – voor een grote discontinuïteit in de werkzaamheden. Haar man Hans Evers, eveneens betrokken bij de stichting, vult aan: “Kijk naar de Scholengemeenschap Bonaire, docenten vliegen af en aan. Het lijkt wel een duiventil.”

Volgens Fernandes Pedra duurt het bovendien even voor een Europeaan gewend is aan de cultuur, de warmte, de taal. “Een Bonairiaan die terugkomt, kent de omgangsvormen, spreekt Papiaments, die gaat meteen aan de slag. Een Nederlander vertrekt vaak weer als ie net gewend is. Zo bouw je geen duurzame samenleving op.”

Eerlijke informatie
Ban Boneiru Bèk (terug naar Bonaire) richt zich op afgestudeerde jonge professionals, maar evengoed op gezinnen, ondernemers en ouderen. Jaarlijks staat de stichting op de Emigratiebeurs om voorlichting te geven over wonen en werken op Bonaire. Actuele vacatures en informatie over huisvesting, belasting en ziektekosten nemen ze mee. “We geven eerlijke informatie, we hebben er niets aan als iemand na een half jaar teleurgesteld terug verhuist naar Nederland.”

Fernandes Pedra en Evers zien een stijgende belangstelling onder Caribisch Nederlanders om terug te komen. Voor een evenwichtige bevolkingsopbouw zouden dat er jaarlijks ongeveer driehonderd moeten zijn, zo becijferde de stichting. “Het zijn er nu zo’n tachtig.”

Baangarantie
De overheid zou volgens Ban Boneiru Bèk met meer visie moeten kijken naar ‘welke mensen het eiland in de toekomst nodig heeft’. Fernandes Pedra trekt een vergelijking met haar eigen jeugd: “Ik woonde op Aruba. Wie na de middelbare school wilde studeren, kon een beurs krijgen als hij een studie koos die op een door de overheid samengestelde lijst stond. Na je studie moest je ten minste vijf jaar werken binnen de baan waarvoor je was opgeleid. Je had geen studieschuld maar wel baangarantie.”

Een visie kan meer cohesie brengen in de Bonairiaanse samenleving. “Vertrouwen tussen Nederland en Bonaire is cruciaal. Er is veel wrijving op dit moment. Wij willen niet terug naar het oude Bonaire, maar sinds 10.10.10 zijn de veranderingen wel héél snel gegaan. Er zijn stappen overgeslagen. Nederland keek naar zíjn ideale situatie, niet naar hoe ónze samenleving op dat moment in elkaar stak. Dan haakt het volk af en komt in verzet.”

Eigen benen
Fernandes Pedra vindt dat mensen op Bonaire van Nederland ‘het vertrouwen moeten krijgen dat ze het kunnen’. “Bonaire is vijf jaar geleden op eigen benen gezet. Terwijl het als bijzondere gemeente nog een kind was, niet de expertise had die nodig was om bijvoorbeeld alle BES-wetten uit te voeren. Kinderen moet je bij de hand nemen, tot ze groot genoeg zijn om op eigen benen te staan.”

Door Janita Monna