ALPHEN AAN DEN RIJN – Onderzoekers van de evaluatiecommissie Caribisch Nederland vertrekken binnenkort naar Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Ter plaatse brengen zij de gevolgen van de staatkundige hervorming van 10-10-’10 in kaart.
De onderzoekers richten zich op de wetgeving, bestuurlijke organisatie en het voorzieningenniveau. Elk van deze drie terreinen heeft een eigen onderzoeksteam. De Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt de wetgeving, DSP licht de bestuurskracht door en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) gaat in samenwerking met Ecorys het voorzieningenniveau na.
De onderzoekers delen hun bevindingen met de evaluatiecommissie. Liesbeth Spies, in 2011 als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk voor de implementatie van de staatkundige vernieuwing, is nu de voorzitter van de evaluatiecommissie. Rond 10 oktober, vijf jaar na dato, moet het eindrapport verschijnen.
Basisadministratie
Eenvoudig is die taak van de onderzoekers niet, want toen de eilanden op 10-10-’10 werden ingelijfd door Nederland, zijn er nooit nulmetingen verricht. Dat leidt nu tot problemen. Spies wijst erop dat de mensen om wie het gaat moeilijk in kaart te brengen zijn. “Alleen al de basisadministratie is nog in wording, dus naam- en adresgegevens zijn heel beperkt. Je kunt niet met zekerheid zeggen hoeveel mensen er op Bonaire wonen.”
Die gegevens zijn nodig om mensen telefonisch te kunnen benaderen. Verder kunnen burgers naar inloopspreekuren gaan om hun visie te delen met onderzoekers van de commissie. Ook kunnen mensen hun verhaal kwijt via de website van de evaluatiecommissie. Dat loopt niet bepaald storm, geeft Spies toe. “Maar dat is in deze fase van het onderzoek logisch.”
Relevantie
De commissie doet in het rapport geen aanbevelingen. “Nee, dat is aan de politiek”, vertelt Spies. De oud-minister zegt dat de commissie niet gaat voorkomen dat het rapport in een la verdwijnt. “Dit is een wettelijke opdracht, bij de staatkundige veranderingen is willens en wetens een evaluatieopdracht opgenomen. Ik ga er vanuit dat wij ons werk zodanig helder doen dat er geen ontsnappen aan is. Als de conclusies voldoende helder en fact-based zijn lijkt mij dat onze opdrachtgevers daarmee aan de slag moeten.”
Door Pieter Hofmann