WILLEMSTAD – Nelly Schotborgh doet onderzoek naar publieke fraude en corruptie in de Nederlandse Cariben. De criminologe onderzocht corruptiezaken die tot in hoger beroep zijn uitgevochten. Maandag gaf zij een presentatie op de Universiteit van Curaçao.
Met haar promotieonderzoek hoopt zij inzicht te kunnen geven in de achtergronden en oorzaken van corruptie door ambtenaren met een publieke taak.
Dick Drayer in gesprek met Nelly Schotborgh
Het onderzoek van Schotborgh is kwalitatief en zegt niets over de omvang van corruptie op de eilanden van de Antillen. Een groot deel van de gepleegde publieke fraude wordt niet opgemerkt of is wel bekend, maar niet bij Justitie. En als de zaken wel bij het Openbaar Ministerie worden gebracht, vindt daar ook nog selectie plaats.
Verschijningsvormen
Corruptie zaken die wel bij de rechter komen gaan vaak over het onrechtmatig bevoordelen van ondernemingen bij het verstrekken van opdrachten (13). Ook betrokkenheid bij het onrechtmatig verlenen van vergunningen bij de toelating van migranten halen vaak de rechtszaal (9). Witwassen (2) en het rommelen met subsidies en uitkeringen (2) komen het minst voor de rechter.
Onderzochte instanties
Bijna de helft van alle geregistreerde corruptiezaken worden gepleegd door politici en bestuurders, politie en managers van overheids NV’s (55%). Een klein gedeelte komt voor rekening van gevangenispersoneel (9%), douane (6%) en immigratieambtenaren (6%). Vaak zijn het leidinggevenden, sterke persoonlijkheden die directief opereren, die in de fout gaan. Binnen hun organisatie zijn er weliswaar procedures, maar die liggen vooral in de lade, net als rapporten en adviezen. De betreffende organisatie wordt vrijwel altijd gekenmerkt door achterstallige administratie.
Bij de meeste corruptiezaken is er sprake van ontzag voor gezag, een informeel stelsel van bedreigingen en represailles en vooral een cultuur van angst en van zwijgen. Ambtenaren kijken de andere kant op en gaan niet in tegen hun leidinggevende of hun minister, volgens Schotborgh vooral uit lijfsbehoud.
Plegers
Wat opvalt aan de plegers is dat 75% man is, over het algemeen leidinggevend en boven de 45 jaar. De meesten zitten in een midden- of hoge inkomensgroep en, volgens Schotborgh heel opmerkelijk, ze zijn vaak al eerder in verband gebracht met fraude en corruptie.
In vrijwel alle gevallen wordt bij ontdekking de corruptie ontkend of in relatie gebracht met veel ergere, politieke zaken. Over het algemeen wordt dan gesuggereerd dat de handelingen zijn gedaan omdat het beste voor het volk wordt nagestreefd. Plegers roepen ook vaak op tot het doen van meer onderzoek omdat ze claimen ‘niets te verbergen’ te hebben.
Wortels van publieke fraude
De omstandigheden waarbinnen publieke fraude plaatsvindt, zijn verankerd in een sterk ontwikkeld systeem van patronage (‘voor wat hoort wat’), gelieerd aan de kleinschaligheid van de eilanden. Een sterke machtsongelijkheid, waarbij opgekeken wordt tegen gezag.
Volgens Schotborgh is er nog veel werk te verrichten om publieke fraude en corruptie aan te pakken. Er zijn goede ontwikkelingen als gekeken wordt naar het bestaan van instituties die de basis vormen van de rechtsstaat, maar de fundamenten daarvan zijn nog zwak. “Er is nog een lange weg te gaan”, aldus de onderzoeker.
Door Dick Drayer