‘Justitiële samenwerking moet structureel worden’
de vier ministers

De Justitieministers tijdens de afsluitende persconferentie van het Justitieel Vierlanden Overleg – foto: Pieter Hofmann

DEN HAAG – De justitiële samenwerking tussen Nederland, Aruba, Sint Maarten en Curaçao krijgt een meer structureel karakter. Dat is de conclusie van het Justitieel Vierlanden Overleg (JVO) volgens ministers van Justitie van de vier landen: Ivo Opstelten (Nederland), Arthur Dowers (Aruba), Dennis Richardson (Sint Maarten) en Nelson Navarro (Curaçao).

Navarro: “Tot nu toe hebben we incidenteel om hulp gevraagd en het wordt tijd dat we die hulp structureel inbedden, met aandacht voor de specifieke problematiek per land. Op Curaçao moeten we voorkomen dat het nog verder uit de hand loopt.”

De landen hebben elkaars specifieke problematiek onderschreven, zegt Opstelten. Aan de hand daarvan ontwerpen de landen nu een standaardprocedure voor samenwerking op gebied van rechtshandhaving.

Nederlandse hulp
Curaçao heeft behoefte aan hulp bij forensisch onderzoek en financiële rechercheurs. Sint Maarten hoopt op samenwerking bij georganiseerde criminaliteit en personeelstrainingen voor politieagenten en gevangenisbewaarders.

Opstelten benadrukt dat het plan eerst nog uitgewerkt moet worden. “Het is ook niet één partij die alles biedt. Het is een plan van ons vieren en ieder land is zelf verantwoordelijk”, zegt de bewindsman. Nederland zal volgens Opstelten niet een meer leidende rol innemen.

Vervolg
De ministers willen 1 maart een conceptplan klaar hebben met voorstellen voor samenwerking. Op het volgende JVO, op 10 juni in Sint Maarten, wordt het plan definitief.

Door Pieter Hofmann