DEN HAAG – Antillianen scoren onder migrantengroepen in Nederland het hoogst als het gaat om homo-acceptatie. Dit blijkt uit cijfers van het Cultureel Sociaal Planbureau (SCP) die vandaag zijn verschenen.
“Ik ben niet verrast. Ze komen in grote lijnen overeen met de homo-acceptatie op Curaçao, maar als het gaat om gelijke rechten van homo’s, is het een heel ander verhaal”, zegt de Curaçaose homoactivist Marlon Reina. Hij zet zich sinds 1992 in voor homo-acceptatie onder de Antilliaanse gemeenschap in Nederland.
“Wij hebben zoiets van: leef en laat leven. Zolang het maar niet in onze directe omgeving is”, zegt Reina. “Wat ik in het rapport mis is het verschil tussen hoe mannen en vrouwen denken. Ik heb de indruk dat de percentages, vooral over jongeren, naar boven getrokken worden door de vrouwen, die vaak positiever staan tegenover homoseksualiteit.”
Het SCP onderzocht de acceptatie van homoseksuelen onder allochtonen en religieuze groepen. Een grote meerderheid van de Antilliaanse gemeenschap zegt homoseksualiteit volledig te accepteren. Met de stelling of homo’s hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen, is 84 procent het eens. Ongeveer één op de drie zegt moeite te hebben met een homoseksueel kind.
De reactie op homoseksualiteit in de naaste omgeving wijkt tussen de generaties af. Bij de eerste generatie heeft een derde hiermee een probleem, bij de tweede generatie een kwart.
Homohuwelijk
Bij de eerste generatie keurt ongeveer de helft het homohuwelijk goed, bij de tweede ruim driekwart. De tweede generatie Antilliaanse Nederlanders denkt ongeveer hetzelfde over het homohuwelijk als de gemiddelde autochtone Nederlander.
Door John Samson