WILLEMSTAD – De advocaten Eldon Sulvaran, Chester Peterson en Anthony Eustatius maken misbruik van het recht op wraking. Dat oordeelt de plaatsvervangend voorzitter van de wrakingskamer van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, Willem Jan Noordhuizen.
De drie advocaten hebben tijdens de behandeling van hun tweede wrakingsverzoek ook de advocaat-leden van de wrakingskamer, Arnold Huizing en Dave Liqui-Lung, gewraakt. Dat deden ze op de zitting van vorige week, 17 september. Die actie schoot Noordhuizen, die speciaal uit Aruba was overgekomen, in het verkeerde keelgat. Volgens de voorzitter heeft Sulvaran te lang gewacht.
Dat is naar zijn oordeel in strijd met de goede procesorde en hij beroept zich daarbij op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en het Caribische Wetboek van Strafvordering. De (oudste) oorspronkelijke klacht van de scheidende deken (Caroline Feviez) in de hoofdzaak dateert van 13 januari 2014, terwijl de daadwerkelijke behandeling van de klacht nog moet beginnen vanwege de diverse wrakingsverzoeken. Dat is onaanvaardbaar, vindt Noordhuizen.
Tweede wrakingsverzoek
Ook in het tweede wrakingsverzoek tegen de voorzitter van de Raad van Toezicht op de Advocatuur, rechter Maroeska Scholte verklaart Noordhuizen Sulvaran niet-ontvankelijk. Sulvaran en zijn kantoorgenoten hebben tot 13 juni gewacht om Scholte te wraken. Dat was enkele dagen voor de tuchtklachtbehandeling. Maar op 20 mei waren zij al op de hoogte van de eerste wrakingsuitspraak en na 20 mei hebben zich geen nieuwe feiten en omstandigheden voorgedaan ten aanzien van Scholte.
In het vonnis zegt Noordhuizen: “Van Sulvaran c.s., die zeer ervaren advocaten zijn die, zoals ook uit hun eigen stellingen blijkt, niet schromen om aan de orde te stellen wat in hun ogen onjuist is, had onder die omstandigheden verlangd mogen worden dat zij hun tweede wrakingsverzoek eerder dan 13 juni 2014 in zouden dienen.”
Alle feiten en omstandigheden die Sulvaran bij het tweede wrakingsverzoek presenteerde als nieuw, worden door Noordhuizen van tafel geveegd. Die waren namelijk al bekend bij Sulvaran tijdens de eerste behandeling. Het lijkt er dan ook op of Sulvaran met een tweede wrakingsverzoek beroep aantekent tegen het eerste wrakingsverzoek. En dat is niet mogelijk. De beslissing van de eerste wrakingskamer komt wettelijk niet voor herziening in aanmerking.
Tuchtklacht van start
De uitspraak van Noordhuizen heeft tot gevolg dat de weg nu vrij is om de tuchtklacht van een aantal burgers en de Orde van Advocaten te behandelen. Sulvaran, Eustatius en Peterson moeten zich daarin verantwoorden voor opruiing en ondermijning van het rechtelijke gezag. Zo riep Sulvaran in een zitting eind vorig jaar tegen een rechter “Sodemieter op”, noemde begin dit jaar diezelfde rechter in de pers een crimineel, publiceerde naar aanleiding van het afgewezen wrakingsverzoek van 6 januari in het Antilliaans Dagblad van 9 januari het opiniestuk ”Vergissing of corrupte rechters” en beschuldigde vorig jaar de president van de Centrale Bank ervan ‘door en door corrupt’ te zijn.
Ook het Openbaar Ministerie zou volgens de drie advocaten niet deugen. De klagers verwijten Sulvaran en zijn twee collega’s zich onnodig grievend te hebben uitgelaten jegens personen met een ambtelijke functie. Ook wordt Sulvaran verweten maatschappelijke instituties ongefundeerd te bekritiseren waardoor belangrijke pijlers van het land ten onrechte aan het wankelen kunnen worden gebracht. Een advocaat heeft volgens de klagers recht op vrije meningsuiting maar dient rekening te houden met zijn maatschappelijke positie en mag daarbij niet gezagsondermijnend zijn.
Door Dick Drayer