WILLEMSTAD – “Niemand kent Curaçao in Engeland, maar dit gaat veranderen”, vertelt de 27-jarige Jonathan Kopra. De rugbyer is de eerste Curaçaoënaar die een contract heeft gekregen in Engeland en opent naar eigen zeggen de deur voor de rest.
Aan talent ontbreekt het volgens Kopra niet, het struikelblok is de conditie van Curaçaose spelers. “Onze kracht en bewegingen zijn op internationaal niveau maar aan de conditie moet gewerkt worden. Ook voor mij was en is dit een probleem.”
Elisa Koek in gesprek met Jonathan Kopra
Rugby was niet de eerste keus voor Kopra. In zijn jeugd speelde hij tal van sporten en tussen zijn achttiende en 22e was hij professioneel honkballer in Nederland. Toch is rugby de sport waar hij nu helemaal voor gaat. “De discipline en het fysieke van rugby trekken me aan en ik hoop meer Curaçaoënaars dit te laten voelen. De sport wordt vaak gezien als gevaarlijk of barbaars maar er is ontzettend veel respect tussen de teams en spelers. Honkbal is nu de sport van Curaçao, maar rugby kan dit ook worden. Curaçaoënaars hebben de goede bouw ervoor.”
Populariteit
De Rugby Federatie Curaçao werkt hard om de sport te promoten op het eiland. De twintigjarige Curtleyson Martis is met de federatie een aantal scholen afgegaan om jongeren rugbylessen te geven. Hij speelt zelf sinds zijn zestiende rugby. “Tijdens de lessen merk je dat de interesse in rugby groeit. Helaas zetten weinig jongeren door. Veel mensen spelen Beach Rugby, de drempel om dit te doen ligt lager. Door rugby als een sport uit te voeren kan je veel verder komen.”
Samenspel
Martis is aardig op weg om in de voetsporen van zijn eilandgenoot Kopra te treden. Hij zit bij de Curaçaose selectie en heeft op veel plekken in het Caribisch gebied gespeeld. “Ons team is erg getalenteerd en we kunnen heel ver komen. Wat we missen vergeleken met andere Caribische teams is samenspel. We moeten weten wat we aan elkaar hebben, dit is moeilijk omdat we te weinig oefenen. Slechts een paar dagen voor een interland moet nog gezocht worden naar een veld waar we kunnen oefenen.”
Hard werken
De deur naar Engeland is voor Curaçaose rugbyers door Kopra geopend, maar of er meer volgen is de vraag. De rugbyers die er net als Kopra voor willen gaan, hebben nog een lange weg te gaan. “Ik vertrok in juni naar Engeland en heb sindsdien keihard getraind om mijn conditie te verbeteren. Mijn conditie is een stuk lager dan die van mijn teamgenoten en ik moet nog harder trainen wil ik op een hoger niveau spelen. Het harde werken is eigenlijk hier pas begonnen.”
Binnen vijf jaar hoopt Kopra terug te keren naar Curaçao om rugbytalenten voor te bereiden en te motiveren voor een contract in het buitenland.
Door Elisa Koek