DEN HAAG – “Sint Maarten is een rechtsstaat en in dat kader is het verhandelen van stemmen zorgelijk en ondermijnend voor het democratische karakter van het land.” Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) schrijft dit in antwoord op vragen van Kamerlid Ronald van Raak (SP).
Van Raak stelde zijn vragen op 27 augustus, twee dagen voor de parlementsverkiezingen en twee dagen nadat de rechtbank in Philipsburg het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaarde in de vervolging van een vertegenwoordiger van de Verenigde Volkspartij (UP) en drie politieagenten wegens stemfraude in september 2010.
Niet-ontvankelijk
“De rechter heeft vastgesteld dat een aantal personen zich schuldig heeft gemaakt aan het verhandelen van stemmen”, schrijft Plasterk, hoewel dit strikt genomen onjuist is: de rechtbank heeft geen uitspraak gedaan, maar het OM niet-ontvankelijk verklaard. “Ingevolge het statuut voor het Koninkrijk draagt elk van de landen zorg voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur”, meldt Plasterk verder.
Klassenjustitie
Van Raak had gevraagd of de minister de opvatting van de rechter deelt dat sprake is van klassenjustitie omdat de UP partijtop niet is onderzocht. Ook vroeg hij of het juist is dat UP-leider Theo Heyliger in 2010 drie miljoen dollar in de partijkas heeft gestort. “Ik ben niet in de positie om te oordelen over het waarheidsgehalte van deze aantijgingen”, luidt het antwoord van Plasterk.
Door Hilbert Haar