Rol voor parlement bij integriteitsaanbevelingen
Raadsheer Bob Wit en commissielid Rieke Samson-Geerlings  - foto Today / Hilbert Haar

Raadsheer Bob Wit en commissielid Rieke Samson-Geerlings – foto Today / Hilbert Haar

PHILIPSBURG – De regering heeft het langverwachte commentaar op het integriteitsrapport van de Wit-Commissie openbaar gemaakt. Hieruit blijkt dat de huidige regering vrijwel alle aanbevelingen overneemt. Een aantal zaken zijn op het bord van het parlement geschoven.

 
De regering wil niet openbaar maken welke gebouwen zij in de private sector heeft gekocht of huurt en wat het daarvoor betaalt, uit vrees voor een beperktere onderhandelingsruimte en een zwakkere concurrentiepositie.

 
De regering gaat het screeningsproces voor ministers aanpassen, gebaseerd op het model van Curaçao. Nu moeten ministers binnen dertig dagen na hun benoeming een verklaring inleveren over hun vermogenspositie. In de toekomst moet dit vooraf gebeuren.

 
Vermogenspositie
Aanleggen van een openbaar register voor betaalde en onbetaalde nevenfuncties van parlementsleden is een aangelegenheid van het parlement, vindt de regering. Een beslissing over het vaststellen van de vermogenspositie van parlementsleden kort na hun aantreden is ook aan het parlement.

 
Parlementaire debatten over rapporten en jaarverslagen van hoge colleges van staat is eveneens een parlementsaangelegenheid. Het kabinet steunt de aanbeveling de Corporate Governance Council te vervangen door een Integriteitskamer.

 
Directeuren
De regering is ook positief over de aanbeveling dat directeuren van overheidsbedrijven moeten terugtreden zodra ze onderwerp van een strafrechtelijk onderzoek worden, maar wil wel eerst juridisch advies inwinnen over de manier waarop dit in statuten en contracten verwerkt kan worden.

 
Openbaar maken van vergunningen wordt aarzelend omarmd. De regering zegt hierbij rekening te willen houden met de privacy van burgers.

 
Door Hilbert Haar