HILVERSUM – “De jongeren in het Koninkrijksjeugdparlement moeten zich niet laten afschrikken door de tekortkomingen in het parlement voor volwassenen”, zegt hoogleraar Staatsrecht Arjen van Rijn.
Hij hoopt dat alle parlementen ooit ook daadwerkelijk rechtstreeks vertegenwoordigd zijn in een formeel Koninkrijksparlement, maar acht die kans klein.
Hoogleraar Arjen van Rijn over democratie in het Koninkrijk (bijdrage: Jamila Baaziz)
Het Koninkrijksjeugdparlement, waarin jongeren uit alle landen in het Koninkrijk over uiteenlopende thema’s praten, is geen afspiegeling van de realiteit. In het Koninkrijk is namelijk sprake van een ‘democratisch deficit’: het ontbreken van een gelijkwaardige vertegenwoordiging van de bevolking van het Koninkrijk bij beslissingen over dit Koninkrijk. En dat is niet goed, vindt Van Rijn al jaren: “Er hoort democratische besluitvorming plaats te vinden. Nu heeft het Nederlandse parlement het voortouw.”
Waar de jongeren nu met elkaar spreken over politiek, werk en cultuur, blijkt de Caribische invloed op de besluitvorming in de praktijk beperkt: “Door het democratisch deficit heeft Nederland bijvoorbeeld door kunnen drukken dat Sint Maarten nu twee onderzoeken doet naar de integriteit van het openbaar bestuur, terwijl zij zelf een andere oplossing zagen. Dan wordt een land voor het blok gezet en gebeuren er dingen waar geen draagvlak voor is.”
Koninkrijksparlement
De kans dat de Caribische invloed op de besluitvorming verandert, door de komst van een formeel Koninkrijksparlement of een afvaardiging uit de Cariben in het Nederlandse parlement is klein, vreest Van Rijn: “Nederland is nogal conservatief als het om staatsinrichting gaat. Dus op basis van ervaringen uit het verleden heb ik er een zwaar hoofd in dat er ooit een Koninkrijksparlement komt. Maar: als er mensen zijn die durven, zou het zomaar kunnen.”
Het Koninkrijksjeugdparlement zal weinig aan de huidige situatie kunnen veranderen. “Nederland vindt het wel best zo. En de houding van de Caribische landen is niet eenduidig. Om het democratisch deficit op te lossen moet het Statuut gewijzigd worden. Dat is een zware procedure die tijd en energie kost. De ervaring leert dat het daarom meestal niet gebeurd”, aldus Van Rijn.
Toch hoopt de hoogleraar dat iets geleerd wordt van de opvattingen van jongeren: “Zij kunnen wel de opinie beïnvloeden en dat is toch hoe de democratie werkt. Hoewel het bij dit soort dingen wel moeilijk is om vervolgens ook echt iets te bereiken.”
Door Jamila Baaziz