DEN HAAG – Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties reageert uiterlijk 1 mei op de ernstige tekortkomingen in de Rijkscoördinatie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Een doorlichtingsonderzoek concludeert dat de coördinatie van de Nederlandse overheid in Caribisch Nederland van geen kanten deugt.
In een brief aan de Tweede Kamer stelt Plasterk dat de bevindingen na een onderzoek van de coördinatie ‘zijn indruk van de ernst van de situatie’ bevestigen. Het onderzoeksrapport is het eerste deel van een grondige evaluatie van de Rijkscoördinatie. De Tweede Kamer kreeg het rapport dat al in november gereed was, overhandigd nadat de inhoud is uitgelekt naar de media.
Vertrouwen
De doorlichting, uitgevoerd door de Inspectie Signalering Begeleiding (ISB) van het ministerie van Buitenlandse Zaken, wijst uit dat er veel gedaan moet worden om de coördinatie op de eilanden te verbeteren. Er is sprake van het ontbreken van een geïntegreerde meerjarenplanning voor de BES-eilanden, geen onderlinge vertrouwen en samenwerking, slechte communicatie, gebrek aan regie en goede afstemming en het uitblijven van uitwisseling van ideeën en visies.
Plasterk heeft al in december na de presentatie van het rapport een bestuurlijke commissie in het leven geroepen die de Rijkscoördinatie op staatkundig en bestuurlijk vlak moet uitpluizen. Plasterk hoopt deze maand nog gerichte voorstellen te krijgen over inzet en regie van BZK en de rol van de Rijksdepartementen. De commissie moet ook concrete aanbevelingen doen over de verantwoordelijkheden van de Rijksvertegenwoordiger en een betere aansluiting tussen de Rijkscoördinatie, Rijksvertegenwoordiger en de drie openbare lichamen.
Stolte
Het onderzoeksrapport is vernietigend voor Rijksvertegenwoordiger Wilbert Stolte. Plasterk benadrukt al in het begin van zijn brief aan de Kamer dat Stolte op 1 mei zijn functie neerlegt. Stolte heeft zijn functie geen goede invulling gegeven. Hij heeft geen vertrouwen zowel in Nederland als op de drie eilanden.
Een van de conclusies van de onderzoekers naar aanleiding van de individuele interviews luidt: “Zijn coördinerende rol reikt niet veel verder dan het uitwisselen van selectieve informatie tijdens een wekelijks diensthoofdenoverleg. Zakelijk gezien is er naar het inzicht van deelnemers aan het diensthoofdenoverleg, geen beleidsagenda en het overleg behelst zelden inhoudelijke beleidsdiscussies.” Ook de relatie tussen Stolte met de openbare lichamen is ‘in het algemeen niet goed te nomen’, stellen de onderzoekers.
De ISB beveelt aan om een tijdelijke Rijksvertegenwoordiger te benoemen die tot de grote bestuursevaluatie in 2015 de functie ‘in rustiger vaarwater’ kan krijgen. Ook moet de nieuwe vertegenwoordiger een ruime ambtelijke ervaring hebben met politiek inzicht. Maar hij moet onafhankelijk zijn en boven partijen staan.
Door Belkis Osepa