Tussen wal en schip door nieuwe AOV-regeling

“Vertel me, wil jij in een KLM-vliegtuig stappen als je weet dat luchtverkeersleiders van boven de 60 de boel regelen op Hato?” vraagt Elio Romijn, sinds 1983 luchtverkeersleider op Curaçao. Hij stapt de vergaderzaal van de Abvo binnen, waar vakbondsmensen en werknemers zich hebben verzameld die net zoals hij op de rand van hun pensioen staan.


Het oogt gezellig in de vergaderzaal. Iedereen loopt in en uit, er wordt gelachen en gediscussieerd, maar het onderwerp dat hier de laatste weken besproken wordt weegt zwaar. Het gaat over de nieuwe AOV-regeling die op 1 maart is ingegaan. De pensioenleeftijd is op die datum opgetrokken naar 65 jaar. Mensen die op 1 maart al 57 of 58 jaar zijn kunnen bij de SVB een verzoek indienen om toch nog met 60 jaar met pensioen te gaan, maar daar hangt dan wel een prijskaartje aan: elk jaar dat de werknemer eerder dan 65 jaar met pensioen gaat, wordt 6 procent afgetrokken. Dat kan dus oplopen tot een korting van dertig procent in totaal.

Werknemers die op 1 maart 56 jaar waren en plannen hadden om over vier jaar met pensioen te gaan, vallen buiten de boot. De nieuwe wet zet de plannen van Romijn op losse schroeven. Hij is 56 jaar en valt net buiten de boot. “Ik heb er 30 dienstjaren opzitten en ik was van plan om binnenkort, als mijn zonen in Nederland zijn afgestudeerd, met de VUT te gaan”, zucht Romijn.

Hij wil niet met de VUT gaan om thuis te gaan zitten niks doen, maar aan het werk als luchtverkeersleider zit een houdbaarheidsdatum. Volgens Romijn is het niet verantwoord om dit beroep na je zestigste te blijven uitoefenen.  Een luchtverkeersleider moet immers beschikken over een goede fysieke en mentale gesteldheid om onder de meest stressvolle omstandigheden de veiligheid van het luchtruim te garanderen.  Hij heeft misschien niet veel keus. “Als ik nu met de VUT ga, en ik moet tot mijn vijfenzestigste de AOV- en pensioenpremie betalen, dan denk ik niet dat ik het doe.” Hij zal dan wel moeten doorwerken als luchtverkeersleider.

Er heerst veel onduidelijkheid over de consequenties die de AOV-wijziging met zich meebrengt. “We lopen achter de feiten aan. De wet is ingevoerd zonder naar de gevolgen te kijken”, aldus Romijn.

Wendy Calmes, vakbondsleider van de Abvo, is ook van mening dat de AOV-regeling niet ‘af’ is. “De pensioenleeftijd gaat omhoog, daar kunnen we niets aan doen. De overgangsregeling is echter niet goed uitgewerkt en schept veel onbegrip en onduidelijkheid.”

Wendy Calmes, vakbondsleider van de ABVO - Foto: Leoni Schenk

Wendy Calmes, vakbondsleider van de ABVO - Foto: Leoni Schenk

Volgens de vakbondsleider heeft de overheid niet gerept over de mensen die een fysiek zwaar beroep hebben en tussen wal en schip vallen. “Luchtverkeersleiders, politieagenten, brandweermannen en loodsen, noem maar op. De vakbond moet bij de overheid aankaarten dat dit soort beroepen lastig uit te oefenen zijn boven de 60 jaar.” Volgens de vakbondsman heeft 60 procent van de bevolking geen pensioen opgebouwd en zijn veel mensen op oudere leeftijd afhankelijk van een AOV van 834 gulden bruto per maand. “Er ontstaat een nijpende situatie als deze mensen ook nog gekort worden op hun AOV.” De vakbonden zitten op 12 maart weer om de tafel met de overheid en zijn nog steeds van plan om een rechter te laten kijken naar de wetswijziging.

Door: Leoni Schenk