Curaçao mag dan een klein land zijn, op het gebied van sportmogelijkheden voor mensen met een mentale beperking doet het niet onder voor grote sportlanden zoals Zuid-Afrika. Die conclusie wordt treffend verwoord door een vader van een dochter met een mentale beperking, die op Curaçao actief sport beoefent. Delhi Nieuwenhuizen (21) heeft downsyndroom, is lid van Special Olympics Curaçao en deed vorige maand mee aan de Koninkrijks Special Olympics op Curaçao. Delhi komt oorspronkelijk uit Zuid Afrika en woont sinds tweeënhalf jaar samen met haar vader en haar 16-jarige broer op Curaçao. Vader Marcel Nieuwenhuizen spreekt met lof over de organisatie van de Spelen.
Waarom koos de familie voor Curaçao?
Marcel vertelt: “Wij hebben besloten om naar Curaçao te komen vanwege de politieke en onveilige situatie in Zuid-Afrika. Ik zag daar geen toekomst voor mijn dochter Delhi. Acht jaar voordat wij naar Curaçao verhuisden, waren wij al eens op het eiland om naar de woon- en werkmogelijkheden te kijken, en naar de leefmogelijkheden voor Delhi. Wat ik hier zag, was mooi. Onze familie is erg actief met zwemmen en duiken, en het klimaat sprak ons aan. Ik heb zelf een Nederlands paspoort, dus het was relatief makkelijk om ons hier te vestigen.”
Kort voor hun vertrek overleed Delhi’s moeder. Daardoor maakte uiteindelijk alleen het gezin van drie de overstap naar Curaçao.
Hoe heeft de overgang het gezin – en specifiek Delhi – beïnvloed?
“Delhi is makkelijk,” vertelt Marcel. “Ze voelt zich niet maar op één plek veilig; ze zag het juist als een avontuur om naar Curaçao te gaan. Ze vindt het hier heel leuk. Ze zwemt en duikt heel goed. Als zij mensen voor het eerst ontmoet, is ze een beetje bescheiden, maar daarna komt ze los en neemt ze zelf initiatief.”
Wat biedt Curaçao aan kinderen met een beperking?
“Ik vind het hier goed geregeld,” zegt Nieuwenhuizen. “Vergeleken met Zuid-Afrika is het echt anders en beter georganiseerd. In Zuid Afrika bestaan de meeste organisaties voor mensen met een beperking uitsluitend uit vrijwilligers; ze krijgen geen cent van de overheid. Daardoor kunnen ze niet veel bieden. Op Curaçao is dat beter opgezet. Natuurlijk kan het altijd beter, maar over het algemeen ben ik tevreden.”
Wat betreft acceptatie ervaart hij dat mensen op Curaçao kinderen met downsyndroom wel accepteren, maar het niet altijd volledig begrijpen. “Maar in Zuid-Afrika is dat niet anders. Kinderen met downsyndroom zijn lief en daardoor makkelijk te accepteren.”
Wanneer werd duidelijk dat sport voor Delhi méér was
dan een activiteit?
“Toen we nog in Zuid-Afrika waren, waren we lid van de Downsyndroom Vereniging. Ik ben daar enkele jaren voorzitter geweest in Pretoria. We organiseerden competities in verschillende sportdisciplines, vooral voor kinderen met downsyndroom. Daar zagen wij als ouders hoe goed sporten is voor deze kinderen, die van nature minder actief zijn. Het hielp ouders inzien dat je je kind de kans moet geven om te presteren op het niveau dat voor hen haalbaar is. Dat was een eyeopener voor iedereen.”
Special Olympics Curaçao: trots en zelfvertrouwen
Op Curaçao beoefent Delhi alleen zwemmen, al zou haar vader graag zien dat zij ook aan atletiek deelneemt. Momenteel vallen de trainingen op dezelfde dag, waardoor beide sporten combineren onmogelijk is. “Sporten is goed voor Delhi en alle andere kinderen: voor hun fysieke conditie, voor de interactie en voor hun competitiegevoel, al zou dat nog meer gestimuleerd mogen worden.”
De internationale competities hebben een groot en positief effect op Delhi gehad. De dag na de wedstrijden nam ze al haar medailles en verzamelde pinnen mee naar Fundashon Kontakto, de dagopvang voor personen met een mentale beperking, om ze vol trots te laten zien. Ook de aanmoedigingen tijdens de wedstrijden doen veel voor het zelfvertrouwen van de atleten.
Sportaanbod op Curaçao
Het sportaanbod voor mensen met een beperking is “niet slecht, maar kan veel beter”, vindt Nieuwenhuizen. “Ik zou graag zien dat Delhi meer kan trainen en haar techniek kan verbeteren. Kinderen met downsyndroom hebben vaak iemand nodig die tijdens de training mét hen in het water is om te laten zien hoe ze moeten zwemmen en hoe ze hun armen en benen moeten bewegen. Alleen verbaal werkt dat niet.”
Lof voor Special Olympics Curaçao
De organisatie van de Koninkrijksspelen krijgt van Nieuwenhuizen een “uitmuntend”. “Er waren kleine logistieke zaken die beter konden, maar die zijn te verwaarlozen. Het was een grote organisatie en zulke dingen gebeuren. Hopelijk leren ze ervan en realiseren ze dat er soms meer mankracht nodig is.”
In Zuid-Afrika bestaat Special Olympics ook, maar omdat het daar volledig draait op vrijwilligers, is de organisatie minder succesvol. Geldinzameling gebeurt van deur tot deur, en ouders moeten de uniformen zelf betalen – voor velen is dat financieel niet haalbaar.
Conclusie: extra aanmoediging is gewenst
Marcel Nieuwenhuizen concludeert dat Special Olympics Curaçao inmiddels een onmisbare plek inneemt binnen de samenleving. Tegelijkertijd is er nog veel werk te verzetten om de organisatie verder te laten groeien. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn het uitbreiden van de trainingsmogelijkheden en het aantrekken van meer vrijwilligers, zodat atleten intensiever en persoonlijker kunnen worden begeleid. Nieuwenhuizen zou daarnaast graag meer ouders, begeleiders en familieleden zien tijdens trainingen en competities om de atleten extra aan te moedigen en te ondersteunen.