Twee extra getuigen in het hoger beroep in de zaak ‘Flamingo’

Foto: Melissa Stamper. Otmar Oduber (rechts) bij regiezitting hoger beroep.

De zaak Flamingo, die al meer dan zes jaar loopt en draait om mogelijke corruptie en machtsmisbruik tijdens het ministerschap van Otmar Oduber (POR) wordt in hoger beroep opnieuw volledig beoordeeld. Zowel het Openbaar Ministerie (OM) als Oduber gingen in beroep: het OM vanwege eerdere vrijspraken, en Oduber omdat hij volledige rehabilitatie nastreeft. In de komende maanden worden twee extra getuigen gehoord, waarna de zaak in juni inhoudelijk wordt behandeld.

Oduber houdt vol onschuldig te zijn: “We hebben genoeg bewijs en ik zie geen enkel bewijs van het Openbaar Ministerie dat ik iets fout heb gedaan. Voor mij is het van groot belang voor mijn carrière en voor mezelf dat mijn naam volledig wordt gezuiverd,” verklaarde hij tijdens de regiezitting van het hoger beroep.

In deze zaak werd voormalig minister Otmar Oduber veroordeeld voor oplichting en deels voor misbruik van functie. De rechter achtte hem schuldig aan fraude rond de aanstelling van twee zogenoemde spookambtenaren (G.L.T. en L.B.P.), al werd hij voor de derde betrokkene (H.J.P.G.) vrijgesproken.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat Oduber zich schuldig maakte aan poging tot omkoping en misbruik van zijn ministeriële positie bij de uitgifte van twee erfpachtgronden in Malmok. Deze feiten vonden plaats in zijn periode als minister van Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu tussen 2017 en 2019.

Twee getuigen
Van de zeven getuigen die de verdediging van Oduber wilde horen, liet zij er zelf één vallen en wees het hof vervolgens vier van de zes overgebleven getuigen af. Het betrof personen die volgens de verdediging belangrijke context konden bieden in zowel het Malmok dossier als de zogeheten spookambtenarenzaak, met betrekking tot het werk van G.L.T. en L.B.P., de door de minister aangestelde ‘politieke liaisons’.

L.B.P. zou de ‘ogen en oren’ zijn geweest van de gemeenschap in San Nicolas, terwijl G.L.T. die rol vervulde voor de Latijns-Amerikaanse gemeenschap. “Wij willen deze getuigen horen, omdat zij kunnen bevestigen dat zij het werk waarvoor zij zijn aangesteld daadwerkelijk hebben uitgevoerd,” aldus advocaat Vito Carlo.

Het hof wees ook de getuigen in het Malmok-dossier af, omdat het verzoek volgens het hof ‘onvoldoende was onderbouwd’. In de spookambtenarenzaak was de motivering eveneens te summier. Slechts twee getuigen werden toegestaan: medewerkers van het bureau ROMI die destijds betrokken waren en meer kunnen verklaren over de gemaakte afspraken. Toch is Oduber heel blij met de twee getuigen. Hij noemt ze ‘cruciale getuigen die juist kunnen vertellen dat deze mensen daadwerkelijk hebben gewerkt’. Het verzoek van de verdediging om het proces-verbaal van het kort geding aan het dossier toe te voegen, werd eveneens afgewezen.

Ontneming spookambtenaren
Vorige week deed de rechtbank in eerste aanleg uitspraak in de ontnemingszaak tegen G.L.T. en L.B.P., die eerder als ‘spookambtenaren’ waren veroordeeld wegens oplichting. De rechter stelde het land Aruba in het gelijk: beide verdachten moeten de salarissen die zij door fraude hadden ontvangen terugbetalen. L.B.P. moet 122.644,32 florin voldoen, terwijl G.L.T. een bedrag van 82.371,39 florin moet terugbetalen.

Andere verdachten in hoger beroep
Naast Oduber is ook medeverdachte R.I.W., voormalig ambtenaar bij de Dienst Infrastructuur en Planning (DIP), in hoger beroep gegaan. Zij werd in het Malmok-dossier veroordeeld voor poging tot oplichting, valsheid in geschrifte en misbruik van functie. De rechtbank legde haar een taakstraf van 180 uur op, aangevuld met een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden met een proeftijd van drie jaar. R.I.W. streeft in hoger beroep naar volledige vrijspraak.

Daarnaast is het OM in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak in de zaak van verdachte E.F.E., een ambtenaar van het bureau van de minister, die in eerste aanleg was vrijgesproken van omkoping en misbruik van functie.

Terugtrekking uit parlement en kritiek op OM
Voorafgaand aan het hoger beroep trok Oduber zich tijdelijk terug uit het parlement, naar eigen zeggen uit respect voor de trias politica. Zijn zetel is sinds 6 oktober overgenomen door de nummer twee op de PPA-lijst Eduard Pieters, terwijl Oduber aanblijft als adviseur van de PPA-fractie.

Na de regiezitting zegt hij tegenover het Caribisch Netwerk dat hij het rechtssysteem wil ‘corrigeren’. Volgens hem maakt het OM misbruik van haar bevoegdheden en begrijpen Nederlandse rechercheurs de Arubaanse wetgeving onvoldoende. Oduber verwijst ook naar het grote aantal verdachten dat aanvankelijk werd aangemerkt in zijn zaak. “Zeventien personen, onder wie ondernemers, zijn jarenlang verdachte geweest. Velen zijn nooit gehoord. Vier jaar later zijn ze geseponeerd.” Ook de zaak tegen zijn zoon noemt hij illustratief. Hoewel zijn zoon werd vrijgesproken en het OM niet in beroep ging, zegt Oduber dat hijzelf nog altijd wordt gezien als iemand die het land heeft opgelicht: “Het doel was slechts om Otmar te vervolgen.”

Hij gaat verder: “Ik ga zo ver om te zeggen dat het Openbaar Ministerie verrot is, omdat ik het zelf heb meegemaakt. De lokale Landsrecherche, die ons systeem kent, stelt vragen die daarbij passen, maar de Nederlandse rechercheurs stellen vragen vanuit hun eigen rechtspraktijk. Een voorbeeld is de ‘formatieplaats’ bij ministeries: dat begrip bestaat niet in onze wetgeving, maar wel in Nederland. Ze begrijpen niet dat een minister hier al jarenlang iemand kan benoemen, zonder dat daar iets fout aan is, strafrechtelijk gezien.”

“We moeten nu wachten op de inhoudelijke behandeling en het vonnis. Afhankelijk daarvan bepaal ik mijn positie richting het parlement. Maar één ding is duidelijk: het machtsmisbruik van het OM kan niet zo doorgaan. Mensen moeten de kans krijgen hun recht uit te oefenen en zich te verdedigen, daar moeten we aan gaan werken”, besluit hij. De inhoudelijke behandeling staat gepland op 1 juni 2026 en voor de behandeling is een week uitgetrokken.