50 jaar onafhankelijkheid van Suriname (4): Hoe rechter Valdink de veerkracht van haar geboorteland blijft dragen

Suriname vierde op dinsdag 25 november 2025 het 50-jarig jubileum van de onafhankelijkheid van Nederland, ook wel bekend als ‘Srefidensi Dey’. Op deze dag in 1975 werd Suriname een zelfstandige republiek na ruim 300 jaar koloniale overheersing. Voor Caribisch Netwerk is Dulce Koopman met Surinamers gaan praten die zich hebben gevestigd in het Koninkrijk, waar ze vaak diep zijn geworteld. Hoe kijken zij naar die speciale datum? Hoe kijken ze naar hun land? Vandaag deel 4: Maritza Valdink (43) op Bonaire.

Ze is pas 43, maar draagt een leven aan herinneringen dat onlosmakelijk verbonden is met de recente geschiedenis van Suriname: de onrust van de jaren tachtig, de migratiegolven, de diaspora en de stille kracht van Surinaamse vrouwen. Tegenwoordig is Maritza Valdink, geboren in Paramaribo, opgegroeid in de Bocanvilliestraat in de Surinaamse hoofdstad en nu woonachtig op Bonaire – plaatsvervangend rechter bij het Hof.

Ter gelegenheid van 50 jaar onafhankelijkheid van Suriname kijkt zij terug op haar wortels, haar weg naar het eiland Bonaire en de betekenis van Surinaamse veerkracht in een Caribische toekomst.

Geboorte in een turbulente tijd
“Ik ben van bouwjaar tachtig,” zegt ze met een mengeling van trots en ernst. “Maar dat was een gevoelige periode. Het waren de jaren van politieke moorden.” Valdink werd in 1981 geboren in het ‘s Landshospitaal in Paramaribo, het ziekenhuis waar haar moeder – klinisch chemicus – werkte. Haar vader was leerkracht, zoals zovelen die in die tijd een ijzeren ruggengraat vormden in het Surinaamse onderwijs.

Als kind maakte zij de stressvolle realiteit van tekorten en angst mee. “Mijn vader en ik stonden in lange rijen voor rijst. Je kreeg toen proviand met bonnetjes. Mijn grootouders, die in Nederland en Aruba woonden, stuurden voedselpakketten. Die deelden wij met de hele straat.”

De herinneringen zijn levendig: de clandestiene melk die door een Hindoestaanse melkman in een metalen bus werd verkocht. “Die geur van verse melk… Die zit zó diep in mijn geheugen. Daarom heb ik moeite met voedsel verspillen. Je vergeet niet wat schaarste is.”

Migratie naar Curaçao: een onverwachte wending
Toen Valdink tien jaar oud was, verhuisde het gezin naar Curaçao. De vraag naar Surinaamse leerkrachten was toen groot. Voor haar ouders bood het eiland rust en perspectief. Maar de omzwervingen eindigden daar niet. Na haar studie rechten aan de Universiteit van Maastricht en werk in Nederland, werd Bonaire onverwachts haar final destination.

De weg naar Bonaire: een grap die haar leven veranderde
Het was nooit haar plan om naar Bonaire te verhuizen. Het begon met een grap van een goede vriendin, afdelingshoofd Communicatie bij het Openbaar Lichaam Bonaire. “Ze klaagde dat ze weer tot laat vacatures moest nakijken, omdat haar team het niet kon overnemen. Toen zei ze voor de grap: ‘Weet je wat mijn leven leuker zou maken? Als jíj op deze vacature solliciteert.’”

Valdink solliciteerde en twee weken later werd ze gebeld. Het ging plotseling. “Tijdens een familiereünie zei ik ineens: ik vertrek over twee weken.” Dat is nu tien jaar geleden. Sindsdien bekleedde ze meer leidinggevende functies bij het Openbaar Lichaam Bonaire. Tegenwoordig houdt ze zich bezig met toezichtszaken voor stichtingen en is ze rechter-plaatsvervanger bij het Hof.

Wat betekent 50 jaar onafhankelijkheid? ‘Trots – met nuance’
Voor Valdink is de onafhankelijkheid een moment van reflectie. “Ik vraag me weleens af: was het de juiste keuze? Maar dan kijk ik naar de eensgezindheid van de Surinaamse bevolking – verschillende geloven, verschillende etnische achtergronden – en dan denk ik: ja, we mogen trots zijn.” Ze ziet ook de uitdagingen.

“Als ik in Suriname ben, denk ik vaak: het had beter gekund. Dan zou ik willen helpen, processen verbeteren. Maar je kunt niet alles in één keer doen.” Toch overheerst trots. “Dat Surinamers elkaar niet hebben losgelaten, dat verdient respect. Jaarlijks ben ik bij de viering om te herinneren dat onafhankelijkheid géén vanzelfsprekendheid is.”

Herinneringen die meegroeien
Hoewel ze al jaren buiten Suriname woont, blijft het land dichtbij. “Ik ben regelmatig in Suriname. Ik voer zaken als curator, dus ik heb er mijn netwerken. Ik ga vaak naar Meerzorg, vroeger naar de Pond, of naar Commewijne.” Ze ziet de transformatie van het land: “De verharde weg naar Zanderij, de make-over van de luchthaven… Stapsgewijs zie je modernisering. Dat blijft me bij.”

De band tussen Bonaire en Suriname: ‘Het had zó anders kunnen zijn’
Op de vraag of er een hechte band is tussen Surinamers en Bonairianen, is ze eerlijk: “Helaas niet.” Tijdens haar werk bij Juridische Zaken was ze betrokken bij de verkenning van een rechtstreekse luchtverbinding tussen Bonaire en Suriname. “Wij, twee Surinaamse collega’s en ik hoopten zó dat het zou lukken. Helaas heeft het project de eindstreep niet gehaald.”

Nu zijn producten en documenten afhankelijk van een tussenstop via Curaçao of Aruba. “Een directe route had de band veel nauwer gemaakt. Voor Surinamers die hier wonen, zou dat een wereld van verschil zijn.”

De Surinaamse mentaliteit: ‘Veerkracht vooral bij vrouwen’
Wat haar het meest raakt, is de kracht van Surinaamse vrouwen. “Ze krijgen vaak zóveel op hun bord: kostwinner zijn, het huishouden draaiend houden, kinderen helpen. En toch staan ze trots. Dat doorzettingsvermogen vind ik geweldig.”

Wat kunnen Bonairianen en Surinamers van elkaar leren?
Valdink ziet een cultuurverschil. “Bonairianen nemen te snel genoegen met ‘asina me á bon’ – zo is het wel goed. Surinamers zitten minder snel bij de pakken neer. Bonairianen mogen best iets meer laten zien van hun kennis en kunnen.”

Haar wens voor Suriname: welvaart voor iedereen
Suriname staat aan de vooravond van grote economische kansen. “Met de recente olieontdekkingen hoop ik dat de welvaart écht alle lagen bereikt. Niet alleen de top. Ook Jan Modaal moet kunnen leven.”

En voor Bonaire? ‘Durf talent toe te laten’
“Bonaire doet zichzelf tekort,” zegt ze beslist. “We hebben menskracht nodig. Maar er is een gunfactor: hulp moet geaccepteerd worden. Als Bonairianen zich openstellen voor mensen die met hart en ziel willen bijdragen, dan kan Bonaire over 50 jaar net zo welvarend zijn.”

Haar boodschap aan Surinamers wereldwijd
Tot slot, spreekt zij de gemeenschap toe met een heldere en warme oproep: “Geloof in jullie kracht. Geloof in het Surinamer-zijn. We hebben laten zien dat we – ongeacht huidskleur of geloof – één volk kunnen zijn. Houd dat vast.”