Caribbean Community helpt studenten zich thuis te voelen: “We willen laten zien dat je er niet alleen voor staat”

Foto: Eigen Foto. Sennon Kastaneer

Voor veel jongeren van de eilanden is studeren in Nederland een groot avontuur, maar ook een sprong in het onbekende. Ze verruilen zon en zee voor een koud, grijs land waar alles anders is: de taal, het eten, het onderwijs, zelfs de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Sommigen komen zonder familie of vrienden aan en merken pas dan hoe groot de afstand is tot hun thuis.

Sennon Kastaneer (40) weet precies hoe dat voelt. Ze werkte jarenlang in het onderwijs op Curaçao en is nu gedragskundige en trainer bij het Albeda College in Rotterdam. Daar zet ze zich in voor Caribische studenten die hun draai proberen te vinden in Nederland. “Toen ik zelf ging studeren in Nederland, kreeg ik begeleiding van iemand die ook van de eilanden kwam,” vertelt ze. “Dat heeft voor mij een wereld van verschil gemaakt. Daarom wil ik dat nu doorgeven aan anderen.”

Eigen ervaring als drijfveer
Met haar achtergrond in het onderwijs en haar eigen ervaring als student weet Kastaneer hoe groot de overstap kan zijn. Toen ze vorig jaar naar Nederland verhuisde, wilde ze iets doen met die kennis. Binnen het Albeda College helpt ze als gedragskundige bij het verder vormgeven van de Caribbean Community, een officieel initiatief van de afdeling Studentondersteuning en Onderwijskwaliteit. Het idee bestond al even, maar Kastaneer en haar collega’s hebben het verder ontwikkeld en uitgebouwd. Het project wordt gefinancierd vanuit de school en groeit vanuit de betrokkenheid van het team en de studenten zelf. “We zagen dat veel Caribische studenten met extra uitdagingen te maken krijgen,” zegt ze. “We wilden niet alleen signaleren dat het moeilijk is, maar er ook echt iets aan doen.”

Verbinding en herkenning
De community wordt gedragen door een team van schoolmaatschappelijk werkers, trajectbegeleiders en gedragskundigen, allemaal met affiniteit met de eilanden. De collega’s die nu in de werkgroep zitten, benaderde Kastaneer persoonlijk. “Iedereen had direct ja gezegd,” vertelt ze. “We werken allemaal binnen dezelfde afdeling, maar wat ons verbindt is de persoonlijke band met de eilanden en het gevoel dat we iets kunnen betekenen voor deze studenten.”

Studenten komen op verschillende manieren bij de community terecht. Vaak verwijzen docenten of begeleiders hen door, maar er melden zich ook jongeren via social media of via-via aan. “Soms horen ze van een klasgenoot over de bijeenkomsten en sluiten ze de volgende keer zelf aan,” zegt Kastaneer.

Tijdens de eerste bijeenkomst hingen de vlaggen van alle eilanden in de ruimte. “Studenten begonnen te stralen toen ze hun vlag zagen. Dat moment van herkenning doet veel,” zegt ze. De voertaal is meestal een mix van Nederlands, Papiaments en Engels. “De een praat liever Nederlands, de ander schakelt vanzelf over naar Papiaments,” zegt ze. “Juist dat maakt het vertrouwd. Studenten voelen zich vrij om zichzelf te zijn, in welke taal dan ook.”

Een brug tussen twee werelden
Kastaneer weet uit ervaring hoe groot de stap kan zijn. “Ik dacht dat ik de taal goed beheerste, tot ik in een Nederlands klaslokaal zat,” vertelt ze lachend. “Alles ging veel sneller dan ik gewend was. En je moet ineens alles zelf regelen: wonen, eten, studeren. Dat vraagt veel van jongeren.” Volgens haar is de Caribbean Community uniek, omdat het de eerste binnen het mbo-onderwijs is. “Op universiteiten en hogescholen bestaan al meer netwerken voor Caribische studenten, maar onze mbo-studenten hebben die steun net zo hard nodig.”

Trots als kracht
Tijdens de bijeenkomsten draait het om herkenning en groei. Soms is er een praktisch thema, zoals omgaan met geld of doelen stellen, andere keren iets creatievers, zoals muziek of het maken van een visionboard. “We beginnen meestal met iets educatiefs en sluiten af met iets luchtigs,” vertelt Kastaneer.

“Onze cultuur is een kracht,” zegt ze. “Ik wil dat studenten zich thuis voelen, trots zijn op wie ze zijn en vanuit die kracht verder groeien. Uiteindelijk draagt dat ook bij aan hun studiesucces.” Het initiatief mag dan klein begonnen zijn, de impact is al voelbaar. “Sommige studenten willen na een activiteit niet eens naar huis,” lacht Kastaneer. “Dat zegt genoeg.”