Kinderopvangorganisaties op Bonaire maken zich grote zorgen over de Wet kinderopvang BES, die op 1 januari 2026 ingaat. De nieuwe regels moeten de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang verbeteren, maar volgens kinderopvanghouders zijn veel eisen onrealistisch binnen de lokale context. Het Nederlandse ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) begrijpt hun zorgen, maar geeft aan dat de regels nodig én op termijn haalbaar zijn.
Vanaf volgend jaar gelden nieuwe regels voor de kinderopvang op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De Wet kinderopvang BES en het bijbehorende besluit moeten ervoor zorgen dat elk kind op de eilanden toegang krijgt tot veilige, betaalbare en kwalitatief goede opvang. De regels zijn deels gebaseerd op het Nederlandse systeem, maar aangepast aan de Caribische context.
De opvanghouders werden eind september geïnformeerd over de nieuwe wet. Hoewel zij de ambitie om kwalitatieve kinderopvang te bieden onderschrijven, vinden ze dat de nieuwe regels onvoldoende rekening houden met de kleinschaligheid en financiële realiteit van Bonaire. Eind vorige maand sloegen twaalf opvangaanbieders alarm in een brief aan de eilandsraad. “Wij maken ons grote zorgen over de geleverde informatie, met name voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang voor de bevolking van Bonaire,” schreven ze. “Er dreigt een groot aantal instellingen voor kinderopvang in acute financiële problemen te komen, met mogelijke sluiting tot gevolg.”
Reactie SZW
Het ministerie van SZW vindt het jammer dat een aantal kinderopvangorganisaties nu extra druk en financiële zorgen voelt, maar benadrukt dat de wet het resultaat is van jarenlang overleg met de sector op de eilanden en dat op basis van hun feedback verschillende regels al zijn aangepast. Ook is de kinderopvangsubsidie naar aanleiding van de consultatiesessies enkele malen substantieel verhoogd om de uitvoering haalbaar te maken. Bovendien zal de kinderopvangvergoeding de komende jaren verder stijgen – nog los van de jaarlijkse indexering – zodat kinderopvangorganisaties kunnen werken aan verdere verbetering van bijvoorbeeld de arbeidsvoorwaarden in de sector.
Ruimte-eis
Op maandag 27 oktober organiseerden zes vertegenwoordigers van de kinderopvang op Bonaire een persconferentie om toe te lichten waar zij het niet mee eens zijn. Het gaat om maar liefst dertien nieuwe regels. Een van de knelpunten is de nieuwe ruimte-eis: vanaf 2026 moet elke kinderopvang drie vierkante meter binnenruimte per kind hebben, in plaats van 2,5 vierkante meter. Uitbreiding is volgens hen met de huidige subsidie onmogelijk en nieuwbouw is niet realistisch, gezien de hoge bouwkosten en beperkte grond op Bonaire, stellen ze.
SZW wijst er in haar schriftelijke reactie op dat sommige regels daarom al zijn versoepeld, aangepast aan de Caribische context of uitgesteld naar 2031, ook als het gaat om huisvesting. Zo wordt bijvoorbeeld de ‘porch’ van een kinderopvang gedeeltelijk meegerekend als binnenruimte bij de bepaling van het aantal kinderen dat mag worden opgevangen. De inspectie zal volgens het ministerie ‘stimulerend toezicht’ houden, waarbij organisaties de tijd krijgen om verbeteringen door te voeren.
Personeelstekort
Daarnaast kampt de kinderopvangsector met ernstige personeelstekorten. Opvanghouders vragen het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) om te helpen bij wervingscampagnes en te onderzoeken of een lokale CAO of loonsubsidie mogelijk is. Ze geven aan niet verbaasd te zijn dat er momenteel weinig mensen geïnteresseerd zijn om in de kinderopvang te werken. “Wij krijgen geen vakantiegeld, geen bonussen, geen dertiende maand,” aldus Ruthvianca Josephia, directeur van verschillende opvanglocaties. “Het zou aantrekkelijker gemaakt moeten worden om in de kinderopvang te werken.”
Met het personeelstekort heeft SZW rekening gehouden door te kiezen voor een zogenoemde teamkwalificatie: niet alle medewerkers hoeven een mbo-3-diploma te hebben, zolang het team als geheel aan de kwaliteitseisen voldoet. Verder hoopt SZW dat de kinderopvang, wat betreft huisvesting en opleiding, de kinderopvang kan rekenen op het OLB. Vanaf 1 januari 2026 is het OLB namelijk verantwoordelijk voor de ondersteuning van de kinderopvangorganisaties. ‘Omdat het inspectierapport openbaar wordt, kan de ondersteuning afgestemd worden op wat nodig is,’ aldus SZW.
Financiën en sluitingsdagen
Ook de financiële kant van de nieuwe regels leidt tot zorgen. Opvanghouders ontvangen nu subsidie voor maximaal 8 uur per dag, terwijl veel kinderen 10 uur of langer aanwezig zijn. Die extra uren moeten de organisaties zelf betalen. Verder vervalt de subsidie als een opvang tijdelijk sluit, bijvoorbeeld voor onderhoud, teambuilding of vakantie. Volgens de sector maakt dit het financieel onhoudbaar om personeel rust te geven of de opvang te verbeteren. “Op last van de inspectie moet er soms iets gerepareerd worden en een grote schoonmaakbeurt is af en toe echt nodig,” vertelt Jennifer Rooi-Crestian, houder van kinderopvang Paraiso di Muchanan Kontentu.
“Sluitingsdagen mogen niet worden bestraft met verlies van subsidie,” benadrukt ze. Het ministerie van SZW onderzoekt momenteel of binnen de bestaande wet- en regelgeving ruimte bestaat om tegemoet te komen op het punt van doorbetaling bij tijdelijke sluitingen.
Verantwoordelijkheid ouders
Daarnaast mogen ouders straks geen luiers of eten meer meebrengen, vertellen de opvanghouders, maar moet dit worden verzorgd door de opvang. Dit verhoogt volgens hen de kosten per kind aanzienlijk. De kinderopvanghouders vragen zich bovendien af wat dan nog wél de verantwoordelijkheid van de ouders is. “Ze brengen hun kinderen ‘s ochtends naar de opvang waar wij ontbijt, lunch, tussendoortje en luiers verzorgen en bij thuiskomst brengen ze de kinderen naar bed. Hebben de ouders dan helemaal geen verantwoordelijkheden meer?”, vraagt Josephia zich af.
Het ministerie van SZW zegt ervoor gekozen te hebben dat er geen extra bijdrage mag worden gevraagd aan ouders dan de vaste ouderbijdrage, omdat ieder kind recht heeft op kwalitatief goede en betaalbare kinderopvang. Daarnaast geeft het ministerie aan dat de kinderopvangvergoeding de afgelopen jaren flink is gestegen en ‘voldoende om de kosten te dekken die opvangorganisaties maken’. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op kosten die de organisaties zelf hebben aangeleverd. ‘Als er organisaties zijn die denken dat de kinderopvangvergoeding toch niet voldoende is, dan gaat het Rijk daarover graag met hen in gesprek op basis van een financiële onderbouwing.’
Verandering kost tijd
Hoewel het ministerie dus niet alle punten van de kinderopvangorganisaties herkent, begrijpt het dat er zorgen bestaan over de nieuwe eisen. Uit het jaarlijkse inspectierapport bleek dat veel kinderopvangorganisaties al een flinke vooruitgang hebben gemaakt, maar dat voor een aantal geldt dat er nog grote stappen moeten worden gezet. Het is dan ook begrijpelijk dat de kwaliteitsverbeteringen die nodig zijn, niet per 1 januari 2026 zijn gerealiseerd. ‘Veranderingen kosten immers tijd, veel tijd,’ aldus het Rijk.
Als de kinderopvangorganisaties behoefte hebben aan een meer gefaseerde verbeteraanpak en ondersteuning daarbij, dan kunnen zij hierover in gesprek met het OLB, of zelf komen met een plan van aanpak en welke ondersteuning daarbij nodig is. SZW benadrukt nogmaals: ‘Het doel van de nieuwe wet- en regelgeving is om goede, veilige en voor alle ouders betaalbare kinderopvang te bieden, zodat elk kind in Caribisch Nederland de kans heeft om zich volop te ontwikkelen.’