Een halfjaar geleden verloor Erica Joosten (52) haar zoon Rafiq (16) door zelfdoding. Sindsdien zet ze zich in om het gesprek over mentale gezondheid en suïcide onder jongeren open te breken. “We hoeven ons niet te schamen voor ons kind. Ik wil niet dat andere ouders meemaken wat wij hebben meegemaakt.” Rafiq was een sportieve, sociale jongen, actief bij waterpolo en geliefd bij klasgenoten. “Zijn naam betekent ‘vriend’, en dat was hij ook echt,” vertelt Joosten. “Hij was altijd vrolijk, nieuwsgierig en behulpzaam. We praatten thuis over alles. Daarom kwam het als een donderslag bij heldere hemel.”
Op de dag van zijn overlijden leek alles gewoon. Rafiq kwam blij uit school, bedankte zijn moeder voor de lunch, hielp met de was en appte vrienden. “Er was niets wat erop wees dat hij niet lekker in zijn vel zat,” vertelt Joosten. “En dan ineens is het stil. Mijn man kwam thuis en vond hem. Je gaat in een overlevingsmodus en begrijpt er niets van.” De reacties van hulpdiensten maakten het extra zwaar. “We kregen letterlijk te horen: ‘Houd het stil, dan is het snel voorbij.’ Alsof we ons moesten schamen. Waarom zouden we zwijgen over iets wat ons kind heeft gedaan? Hij was een prachtig mens.”
Een taboe dat levens kost
Op Curaçao rust nog altijd een groot taboe op het onderwerp zelfdoding. “Mensen zeggen dat ze het stilhouden om hun gezin te beschermen, maar zwijgen maakt het alleen maar erger,” zegt Joosten. Ze besloot het anders te doen: open, eerlijk en zichtbaar. In de rouwadvertentie noemde het gezin dat Rafiq zelf had gekozen. “Dat was niet gemakkelijk, maar het heeft veel teweeggebracht. We kregen steun uit alle hoeken van het eiland. Mensen kwamen naar ons toe met hun eigen verhalen.”
Sindsdien ontvangt Joosten talloze berichten van ouders, jongeren en hulpverleners. “Er is eindelijk iets in beweging. De GGZ organiseert nu webinars over suïcidepreventie en er wordt gewerkt aan een hulplijn en een website voor jongeren. Dat geeft hoop.”
‘Praten helpt’
In Nederland bestaat al jaren het zelfmoordpreventie telefoonnummer 113. Op Curaçao is er nog geen vergelijkbaar nummer, al kunnen kinderen wel bellen met de Kindertelefoon (918). “Dat nummer kennen veel mensen niet,” zegt Joosten. “Ik werk zelf met kinderen en had het nog nooit gehoord.”

‘Rafiq was altijd vrolijk, nieuwsgierig en behulpzaam’. Foto Erica Joosten
Ze volgde onlangs de gratis online cursus van 113 over hoe je met iemand kunt praten die mogelijk aan zelfdoding denkt. “Ik heb geleerd dat je het gewoon direct mag vragen: ‘Loop jij wel eens met zulke gedachten rond?’ Dat vond ik in het begin eng, maar het werkt. Je brengt niemand op ideeën, je geeft juist ruimte om te ademen.”
Zorgwekkende cijfers
Volgens de Mental Health Federation ligt het aantal zelfdodingen op Curaçao lager dan het wereldgemiddelde, maar het blijft één van de belangrijkste doodsoorzaken onder jongeren van 15 tot 24 jaar. “We zien gemiddeld één tot twee pogingen per maand,” zegt psychiater Gabriel Rendón van GGZ Curaçao. “De meeste jongeren kampen niet met een stoornis, maar met sociale druk of het gevoel er niet bij te horen.”
Hoop voor andere gezinnen
Joosten herkent dat beeld. “Jongeren moeten alles tegelijk: school, sport, sociale media. Ze zien alleen perfecte levens van anderen. Die constante vergelijking maakt onzeker.” Ze pleit voor meer aandacht op scholen. “We leren kinderen rekenen en schrijven, maar niet hoe ze met emoties omgaan. Terwijl dát hun leven kan redden.”
Het rouwproces is zwaar, maar Joosten kiest voor positiviteit. “Heel Curaçao leefde mee. Dat hield ons overeind. Als ik door mijn verhaal één ouder kan helpen, dan is mijn doel bereikt.” Ze glimlacht. “Wat Rafiq ervan zou vinden? Hij zou zeggen: ‘Goed bezig, mam.’ En dat hoor ik hem nog steeds zeggen.”
Hulp nodig?
-Op Curaçao kunnen kinderen bellen met de Kindertelefoon: 918.
-Vanuit Curaçao is het ook mogelijk te chatten via www.113.nl.
-In noodsituaties: bel 911 of neem contact op met GGZ Curaçao.