Voor het Ergilio Hato Stadion, ook bekend als SDK-stadion (Sentro Deportivo Kòrsou), in de wijk Brievengat op Curaçao is het een zee van blauw. Trommels dreunen, vlaggen wapperen en tussen de menigte staat Brenton Balentien met zijn gezicht volledig blauw geverfd. “Blauw is niet alleen de kleur van het nationale voetbalteam en van de BlueWave-movement,” zegt hij met een glimlach. “Het is ook de kleur van onze zee, van onze trots. Als kind smeren ouders een blauw poeder op je huid om je te beschermen tegen het kwade. Dat gevoel neem ik mee als ik het stadion inga. We beschermen ons team.”
Balentien wordt gezien als de grootste fan van Curaçao. Al acht jaar lang staat hij op de tribune, elke wedstrijd weer. Wat begon met een groepje muzikanten en vrienden groeide uit tot een nationale beweging. “We begonnen klein, met trommels en blazers, gewoon om wat sfeer te brengen,” vertelt hij. “Maar elk jaar kwamen er meer mensen bij, meer energie. Nu is het stadion dagen van tevoren uitverkocht.”
Foto’s Brenton Balentien/Curoil
De opkomst van de BlueWave
De BlueWave-movement is inmiddels niet meer weg te denken. De naam ontstond toen de oude fanclub, De 12de Man, zich wilde vernieuwen. “We wilden iets dat internationaal beter klonk, iets dat onze trots uitdraagt,” zegt Balentien. “BlueWave past perfect. Het is een golf die iedereen meesleept, van de spelers tot de fans.”
Volgens Balentien verwijst die golf niet alleen naar het enthousiasme op de tribunes, maar ook naar de doorstroom van talent binnen het Curaçaose voetbal. “De BlueWave begint bij de jongste spelers,” legt hij uit. “Vanuit de jeugd gaat die golf steeds verder omhoog, tot aan de professionele selectie. Het is letterlijk een beweging van beneden naar boven.”
De juiste man op het juiste moment
Sportcommentator Carl Ruiter volgt het Curaçaose voetbal al sinds de tijd van de Nederlandse Antillen. Hij ziet een duidelijke lijn in de groei van het nationale team. “Het begon echt te veranderen rond 2010, toen Curaçao een eigen land werd binnen het Koninkrijk,” zegt Ruiter.
“Er kwam meer organisatie, betere spelers en langzaam groeide de ambitie.” Volgens Ruiter kwam de grote omslag toen Remko Bicentini bondscoach werd. “Hij bouwde aan vertrouwen. Onder hem gingen de spelers geloven dat ze konden winnen.” Met de komst van Dick Advocaat heeft het team volgens hem een nieuw niveau bereikt.
“Advocaat is ervaren, streng maar rechtvaardig. Hij brengt discipline en trekt spelers aan die eerder niet zouden komen. Hij heeft de ploeg professioneel gemaakt.” Balentien herkent die nergie. “Dick Advocaat is geen man van woorden, maar van daden,” zegt hij. “Hij ziet potentie in deze jongens. Hij doet het niet voor het geld, hij doet het uit passie. En dat voelen we als fans.”
Een golf van hoop
Op 10 oktober versloeg Curaçao Jamaica met 2–0 in een uitverkocht SDK-Stadion. Enkele dagen later volgde een gelijkspel tegen Trinidad en Tobago in een eveneens uitverkocht stadion. De volgende uitwedstrijd is op 14 november tegen Bermuda, gevolgd door een uitwedstrijd op 18 november tegen Jamaica. Curaçao is na het gelijkspel gezakt naar de tweede plaats in de kwalificatiegroep (ze staan een punt achter Jamaica), maar het geloof in een eerste WK-deelname is springlevend.
‘Papiamentu gaat naar het WK’
De droom van kwalificatie voor het WK leeft breder dan ooit. “Mensen bellen me uit Aruba, Bonaire en Nederland,” zegt Balentien. “Ze zeggen: ‘Nos ta un isla chikí ku un soño grandi’. We zijn een klein eiland met een grote droom.” De eerste in de poule plaatst zich direct, de tweede kan het WK 2026 in Amerika, Mexico en Canada nog bereiken via extra kwalificatiewedstrijden.
Als Curaçao zich echt plaatst, weet Balentien al wat er gebeurt. “Dan vieren we een maand lang feest. Dit eiland zal ontploffen van trots. We zeggen nu al onderling: als we winnen, gaat Curaçao niet naar het WK, Papiamentu gaat naar het WK.” Wat ooit begon met een paar trommels en vrienden is uitgegroeid tot een golf van blauw die
het hele eiland meeneemt. “Dit is groter dan voetbal,” zegt Balentien. “Dit is liefde voor Curaçao.”