College voor de Rechten van de Mens: ‘Recht op basisbehoeften in Caribisch Nederland onder druk’

Foto: Deborah Bremmer

Het recht op verschillende basisbehoeften, namelijk huisvesting en een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu, staan onder druk voor de inwoners van Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint-Eustatius). Dit meldt het College voor de Rechten van de Mens, de Nederlandse nationale mensenrechtenwaakhond. In de afgelopen maand publiceerde de mensenrechtenorganisatie twee onafhankelijke analyses over hoe het recht op huisvesting en een gezonde leefomgeving in Caribisch Nederland tot uiting komt en waar het tekortschiet.

Het recht op huisvesting is een fundamenteel mensenrecht voor iedereen in Nederland, en dus ook Caribisch Nederland. Dit wil zeggen dat iedereen recht heeft op ‘een plek waar die in veiligheid, vrede en waardigheid kan leven’. Dit staat vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR). Daarbij komt ook dat huisvesting voor een redelijke prijs beschikbaar moet zijn: de kosten moeten op een niveau zitten waarbij de mensen ook andere basisbehoeften kunnen betalen, licht het College toe. In Caribisch Nederland is het leven duur en heerst momenteel een tekort aan sociale en betaalbare huurwoningen. Daarnaast is de toegang tot huursubsidies beperkt. Op Sint-Eustatius en Saba is bovendien nog geen huurcommissie beschikbaar.

Omdat toegang tot huisvesting impact heeft op verschillende aspecten van het leven en veel stress kan opleveren, maakt het College voor de Rechten van de Mens zich zorgen over de situatie in Caribisch Nederland: ‘De bestaanszekerheid van inwoners staat onder druk’. Hetzelfde geldt voor het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu. Ook dit recht staat onder druk in Caribisch Nederland, door milieuvervuiling en aantasting van de natuur. Het college legt uit waarom dit alles met mensenrechten te maken heeft: ‘Schone lucht, veilig drinkwater en een omgeving die vrij is van schadelijke stoffen zijn essentieel voor ieder mens,’ zo valt te lezen in hun rapport. ‘Als één van deze elementen er niet is, heeft dit invloed op iemands gezondheid, veiligheid, woonsituatie en gevoel van eigen regie op de leefomgeving.’

Staten zijn verplicht hun burgers te beschermen tegen ernstige milieuschade. Dit geldt voor de Nederlandse staat, die óók verantwoordelijk is voor Caribisch Nederland. Deze bescherming van het leefmilieu moet volgens het College niet alleen als milieu- en klimaatbeleid worden benaderd, maar ook in het licht van mensenrechten, omdat milieuvervuiling en aantasting van de natuur niet alleen ecologische, maar ook mensenrechtelijke gevolgen hebben.

Bonaire
De situatie rondom de vuilstortplaats in Lagun op Bonaire laat goed zien wat de gevolgen van tekortschietend milieubeleid en onvoldoende bescherming van mensenrechten zijn. Jarenlang werden hier gevaarlijke afvalstoffen verwerkt zonder vergunning of adequate maatregelen, wat leidde tot branden, rook, stank en gezondheidsproblemen. Het College voor de Rechten van de Mens stelt dat vanuit mensenrechtelijk perspectief, deze situatie raakt aan meer rechten. ‘Het langdurig ontbreken van vergunningen, het nalaten van tijdige handhaving en het gebrek aan transparantie en participatie raken aan het recht op gezondheid en het recht op eerbiediging van het privé-, gezins- en familieleven en het recht op toegang tot een effectief rechtsmiddel.’ Deze rechten zijn vastgelegd in respectievelijk artikel 12 van het IVESCR en de artikelen 8 en 13 van het EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden). Naast de problemen rondom de vuilstort in Lagun heeft Bonaire te maken met de gevolgen van klimaatverandering, waaronder verzilting van landbouwgrond en schade aan koraalriffen. Bovendien is het kwetsbaar voor de gevolgen van de zeespiegelstijging.

Saba en Sint Eustatius
Hoewel Bonaire de meest urgente voorbeelden biedt, geldt ook voor Saba en Sint Eustatius dat de leefomgeving onder druk staat: de staat van de natuur verkeert op alle drie eilanden in een matige tot slechte conditie. Ook daar is sprake van overbegrazing, achteruitgang van de koraalriffen, knelpunten in de afvalverwerking en beperkte capaciteit voor natuurbeheer. Bovendien liggen Saba en Sint Eustatius in de orkaangordel, wat regelmatig zorgt voor schade aan infrastructuur en natuur. ‘Omdat de eilanden afhankelijk zijn van de visserij en het toerisme, raken deze problemen niet alleen aan biodiversiteit, maar ook aan bestaanszekerheid, voedselvoorziening en cultureel erfgoed.’

Ongelijke positie eilanden
Wat de eilanden ook gemeen hebben, is dat de uitvoering van milieubeleid op de Caribische eilanden vaak tekortschiet door structurele knelpunten als beperkte financiering, zwakke handhaving en gebrek aan participatie, terwijl lokale bestuurders vaak meer taken hebben en weinig milieukennis. Duurzaam en consistent beleid ontbreekt, mede omdat de juridische en bestuurlijke infrastructuur voor milieubescherming minder stevig is dan in Europees Nederland.

Volgens het artikel van het College voor de Rechten van de Mens kan deze situatie niet los worden gezien van het structurele gebrek aan toezicht en de ongelijke positie van de eilanden binnen het Koninkrijk. Er is sprake van een historisch ongelijkwaardige en politiek gevoelige relatie tussen beide delen van het Koninkrijk. Deze context vraagt om zorgvuldigheid, wederzijds begrip en transparante besluitvorming, stelt het artikel. Want hoewel de problematiek per eiland lichtelijk verschilt, raken de gevolgen steeds dezelfde fundamentele mensenrechten: gezondheid, leven, een toereikende levensstandaard en inspraak – rechten die in theorie voor iedereen gelden, maar in de praktijk ongelijk beschermd worden.

Verantwoordelijkheid
Voor Caribisch Nederland ligt de eindverantwoordelijkheid bij de Nederlandse regering. Sinds 2021 geldt hier het principe van ‘comply or explain’: wetgeving moet in principe gelijk zijn aan die in Europees Nederland, tenzij maatwerk nodig is, waarbij de regering moet motiveren waarom wordt afgeweken en welke alternatieve bescherming wordt geboden. Zowel de bestuurscolleges als de Nederlandse overheid dragen verantwoordelijkheid voor naleving van mensenrechten, en internationaalrechtelijk moeten rechten overal in Nederland gelijkwaardig beschermd worden. Wanneer lokale capaciteit of middelen ontbreken, rust er een ondersteuningsplicht op de Nederlandse overheid.

Zaak Greenpeace
Om bovengenoemde redenen spanden acht inwoners van Bonaire samen met Greenpeace Nederland een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Staat. Ze stellen dat de Staat te weinig doet om de inwoners van Bonaire te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering en hierdoor hun mensenrechten worden geschonden. Dit is de eerste keer dat inwoners van Caribisch Nederland op basis van mensenrechten klimaatbescherming eisen. De inhoudelijke behandeling van deze rechtszaak vindt plaats in oktober.


Reactie Pro Lagun

De vereniging van omwonenden van de vuilstort op Bonaire, Stichting Pro Lagun, is blij met deze analyse van het College voor de Rechten van de Mens. ‘De bevindingen bevestigen wat vele bewoners van Bonaire – met name in de omgeving van Lagun – al decennialang ervaren en waar zij voor strijden: het recht op een veilige, gezonde leefomgeving.’ Volgens woordvoerder Jan Verbeek is het pijnlijk maar ook belangrijk om zwart op wit te zien dat hun gevoel klopt: “De mensenrechten van de omwonenden worden al jaren geschonden.”