Het gevaar van de corrigerende tik: Curaçaose criminoloog Kristen Martina over partnergeweld in de Caribische gemeenschap

Foto: Door Deborah Bremmer gegenereerd met AI

Huiselijk geweld en specifiek partnergeweld zijn veelvoorkomende problemen op de eilanden. En ook in Europees Nederland zijn personen afkomstig uit het Caribisch deel van het koninkrijk –in vergelijking met andere minderheidsgroepen– relatief vaak betrokken bij deze vormen van criminaliteit. Criminoloog en onderzoeker Kristen Martina (33) onderzocht welke rol gender en emotieregulatie hierbij hebben en legt uit waarom de ‘corrigerende tik’ minder onschuldig is dan soms wordt gedacht.

Kristen Martina groeide op in de wijk Buena Vista op Curaçao, één van de arme buurten van het eiland waar de criminaliteit met de jaren meer werd. Bij haar rees de vraag: waarom raakt de ene persoon op het verkeerde pad en de andere niet, terwijl je uit dezelfde wijk komt? Martina besloot criminologie te gaan studeren. Na twee masters ging ze als onderzoeker aan de slag bij verschillende onderzoeksinstituten. Tegenwoordig werkt ze als adviseur bij de reclassering. Haar expertises zijn huiselijk geweld en kindermishandeling, met een bijzondere interesse voor de Caribische gemeenschap. Ook is ze ervaringsdeskundige door ervaring met partnerstalking, een vorm van huiselijk geweld.


Criminoloog en onderzoeker Kristen Martina. Foto privéarchief Kristen Martina

Genderrollen
“Ik heb een hoop ontdekt,” steekt ze van wal. “Ten eerste: gender speelt een grote rol in partnergeweld, vooral vanwege de autoriteit en agressie die met ‘machismo’ samenhangen. Met gender refereer ik naar de verwachtingen omtrent het gedrag van een man en een vrouw, bijvoorbeeld dat mannen stoer moeten zijn en vrouwen lief. Even simpel gezegd, leiden deze verschillende verwachtingen en machtsverschillen tot conflict en conflict weer tot geweld.”

Emotieregulatie
Daarnaast ontdekte Martina het belang van emotieregulatie: het vermogen om je eigen emoties te herkennen, te begrijpen, te uiten en te beheersen op een manier die past bij de situatie. Dit begint bij de opvoeding. “Op Curaçao is fysiek disciplineren in sommige families nog onderdeel van de opvoeding,” vertelt Martina. “Fysiek disciplineren valt onder negatief disciplineren en vergroot de kans om later op een ongezonde manier met emoties om te gaan,” ontdekte Martina. “Dan is de kans groter dat je agressief wordt en geweld pleegt binnen een conflict. Dit is geen één op-één gevolg, maar het vergroot de kans,” legt Martina uit.

Deze moeite om met emoties om te gaan, herkende Martina bij de personen die ze sprak voor haar onderzoek. “Vaak vonden zowel mannen als vrouwen communicatie heel belangrijk in partnerrelaties, maar gaven ze aan dat er onvoldoende diepere communicatie was, bijvoorbeeld over gevoelens en écht kwetsbare onderwerpen. Respondenten gaven aan dat wel te willen, maar zeggen de vaardigheden te missen.”

Dat fysiek disciplineren nog vaak onderdeel is van de opvoeding geldt ook voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius, zo blijkt uit een recent onderzoek van de Universiteit Leiden, de Universiteit van Curaçao en Unicef Nederland, uitgevoerd in opdracht van het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN). ‘Kinderen slaan is een cultureel geaccepteerd onderdeel van disciplinering,’ zo valt te lezen in het rapport. ‘De opvoeding is vaak streng, waarbij kinderen weinig ruimte krijgen om hun mening te geven. Het is niet gebruikelijk voor ouders om naar de gevoelens van hun kinderen te luisteren of ze bij beslissingen te betrekken, zeggen veel bevraagde inwoners van de BES-eilanden,’ aldus de onderzoekers.

Dubbele standaard
Opvallend in Martina’s onderzoek was dat respondenten geweld altijd negatief vonden en voorstander waren van een opvoeding zonder fysiek disciplineren. Maar fysiek disciplineren was voor sommige respondenten in sommige omstandigheden tóch gelegitimeerd. “De nuance die deze respondenten maakten, was gebaseerd op de mate van geweld en het gedrag van een kind,” licht ze toe. “Lichte vormen van fysiek disciplineren werden door mijn respondenten gezien als een onschuldige corrigerende tik en zwaardere vormen als mishandeling.”

Het is zinvol om de term ‘corrigerende tik’ te definiëren, vindt Martina. “Het wordt breed geïnterpreteerd, maar kan worden gedefinieerd als: een lichte vorm van fysieke straf, zoals een tik op de hand of billen, die bedoeld is om een kind te corrigeren of te disciplineren. Het idee is dat het kind door deze tik leert welk gedrag acceptabel is en welk gedrag niet. Echter, in Nederland is het geven van een corrigerende tik sinds 2007 strafbaar als zijnde kindermishandeling.”

“Bij fysiek disciplineren zijn macht en persoonlijke eer belangrijke factoren,” vertelt Martina. “Geweld kan worden gezien als een manier om respect af te dwingen en een bepaalde hiërarchie te bekrachtigen.” Dit is ook van toepassing binnen de opvoeding. “Er heerst een idee onder sommige ouders dat als ze hun kind slaan dat dit oké is, want ‘ik doe het met een reden, je moet luisteren naar je ouders.’”

Als je in je kindertijd leert dat geweld eigenlijk niet mag, maar bijvoorbeeld om een ander te leren luisteren of om respect af te dwingen wél, is de kans groter dat je deze redenering als volwassene ook gebruikt. Deze dubbele standaard rondom geweld maakt het dus ingewikkeld om te weten wat wel en niet kan. “Dit moet duidelijker worden,” meent Martina. “Ook de corrigerende tik, hoe mild of licht ook, kan schadelijk zijn.” Naast bovengenoemde, kan regelmatige fysieke disciplinering zorgen voor angst, verminderd zelfvertrouwen, een laag zelfbeeld, gedragsproblemen, psychische problemen en agressie, vertelt ze. Ook later in het leven.

Context van armoede
Ze wil benadrukken dat de corrigerende tik dan wel huiselijk geweld lang niet in alle Caribische huishoudens voorkomt. Wel zijn er allerlei systematische maatschappelijke factoren die maken dat het vaker voorkomt: armoede, werkloosheid, huisvestingsproblemen, ongelijkheid. “Op Curaçao leeft dertig procent van de bevolking onder de armoedegrens. Deze omstandigheden zorgen voor stress, wat het moeilijker maakt om met conflicten om te gaan. Je kunt wel zeggen dat financiële stress en armoede de kans op huiselijk geweld verhogen,” aldus Martina. Ook in Caribisch Nederland leeft ongeveer een derde van de bevolking onder de armoedegrens. De onderzoekers van onder meer de Universiteit van Leiden herkennen dit ook als voedingsbodem voor huiselijk geweld. Armoedebestrijding zou dus als positieve bijkomstigheid het huiselijk geweld in de Caribische gemeenschap kunnen verlagen.

Adviezen
Het Unicef-onderzoek raadt aan om de kracht van de hechte familiebanden en sterke gemeenschapszin op de eilanden te gebruiken bij het bestrijden van geweld. “Er moet worden gekeken hoe familieleden kunnen worden ondersteund om niet-gewelddadige vormen van communicatie te hanteren, ook tussen partners en tussen ouders en hun ouders,” adviseren ze. “Geweldloze opvoeding en gezinscommunicatie moet in lijn met internationale verdragen de norm worden.”

Daarnaast raden de onderzoekers aan om te investeren in onderwijs over kinderrechten, vrouwenrechten, (gender)gelijkheid en sociale rechtvaardigheid. Hulpverlening kan toegankelijker worden, waarbij het van belang is aandacht te besteden aan vertrouwelijkheid en continuïteit die beide onder druk staan in de kleine gemeenschappen met veel migratie.

Gender- en cultuursensitieve aanpak
In lijn met dit advies, pleit Martina voor een gendersensitieve aanpak: wat leer je jongens en wat leer je meisjes? Daarnaast pleit ze voor een cultuursensitieve aanpak van het geweldsprobleem en om de mooie aspecten van de cultuur te benutten. “Beleefdheid, respect voor ouders en ouderen en de wij-cultuur zijn voorbeelden van positieve aspecten van de Caribische opvoeding die kunnen worden ingezet bij het verminderen van het geweldsprobleem.”

Martina benadrukt daarnaast het belang van leren over positieve communicatie skills en alternatieve opvoedingsskills. “Hoe positiever ouders hun kinderen disciplineren, bijvoorbeeld door grenzen en regels duidelijk uit te leggen en het geven van complimenten als bekrachtiging, hoe minder agressie kinderen aanleren en later zullen vertonen.” Wat kun je wel doen als je geen corrigerende tik meer wil geven? Wat deze vraag betreft zou de Caribische gemeenschap, volgens Martina, gebaat zijn bij meer voorlichting en handvatten.

Samenwerking
“Het geven van voorlichting en handvatten vormt een uitdaging op de eilanden, want daar moeten ze het doen met beperkte middelen. Het is niet te vergelijken met al het geld voor onderzoek, voorlichting en campagnes dat Nederland heeft.” Daarom benadrukt Martina de noodzaak voor meer structurele samenwerking tussen Europees Nederland en de eilanden, ook met betrekking tot de systematische maatschappelijke factoren die samenhangen met huiselijk geweld. Wel ziet Martina dat er goede stappen worden genomen. “Er zijn bijvoorbeeld opvanghuizen voor slachtoffers die ontzettend goed weten om te gaan met de kleinschaligheid van de eilanden en ook de samenwerking onder organisaties wordt steeds beter,” vertelt ze. “De eilanden zijn heel creatief. Er is dus zeker hoop.”

Meer informatie over huiselijk geweld op Bonaire, klik hier