Burgers op Curaçao raken in de problemen nu de overgang van de Antilliaanse gulden naar de nieuwe Caribische gulden in volle gang is. Grote biljetten worden geweigerd, banken hanteren verschillende regels, en wie geen bankrekening heeft, kan zijn geld vaak niet omwisselen. De Ombudsman van Curaçao, Keursly Concincion, maakt zich zorgen. “We krijgen veel klachten van burgers. Het beleid wordt niet overal op dezelfde manier uitgevoerd. Dat zorgt voor verwarring en ongelijkheid,” zegt hij.
Een veelgehoord probleem is dat mensen bij het pinnen geen vrije keuze meer hebben in welk bedrag ze willen opnemen. “Ik wilde gewoon 50 gulden pinnen, maar de automaat gaf alleen de keuze uit 20 of 100 gulden. Dus moest ik verplicht 60 gulden pinnen,” klaagt een burger op sociale media. Ondernemers lopen ook vast. Een restauranteigenaar vertelt dat hij geen biljetten van 100 gulden meer accepteert. “Er is te veel vals geld in omloop. Ik kan het risico niet nemen.”
Een andere ondernemer schrijft online dat de overgang veel werk met zich meebrengt en dat hij daardoor geen nieuw geld teruggeeft: “Alles moeten aannemen, tellen, dagelijks afstorten, en dan nieuw geld ophalen. Ik doe het niet, want het is gewoon te intensief.” In de eerste week na de invoering van het nieuwe geld hadden slechts acht geldautomaten op het hele eiland de nieuwe biljetten beschikbaar. “De overgang naar de nieuwe biljetten gaat heel traag”, klinkt het op sociale media.
Geen bankrekening, geen toegang
Wie contant geld wil omwisselen, moet in veel gevallen een bankrekening hebben. Maar niet iedereen op het eiland heeft er één. Volgens cijfers die de Ombudsman noemt, heeft zo’n 12 tot 16 procent van de bevolking geen toegang tot een bankrekening. “Je ziet dat bepaalde groepen, zoals mensen zonder formeel werk of met onregelmatige inkomsten, buiten de boot vallen. Zij kunnen hun contant geld niet inwisselen en verliezen zo letterlijk koopkracht.”
Banken hanteren eigen regels
Daarnaast blijkt uit onderzoek van het kantoor van de Ombudsman dat banken verschillend omgaan met de omwisseling. Sommige banken brengen kosten in rekening, andere niet. “Het kan niet zo zijn dat je bij de ene bank honderd gulden inlevert en er negentig terugkrijgt – afhankelijk van hun eigen beleid. “Dat is niet eerlijk, zeker niet als het gaat om een overheidsbesluit dat iedereen raakt,” aldus de Ombudsman.
Een ander probleem is dat het nieuwe geld nauwelijks in omloop lijkt. Pinautomaten geven nog vaak de oude munteenheid uit, en ook bedrijven geven klanten vaak oud geld terug – zelfs wanneer zij met nieuwe biljetten betalen. “Ik heb het zelf ook nog niet in handen gehad, als ik eerlijk ben,” zegt de Ombudsman.
Ombudsman roept op tot actie
De deadline nadert: eind juli moet het meeste oude geld uit de roulatie zijn. Maar of dat haalbaar is, is nog maar de vraag. “Als dit zo doorgaat, krijgen we straks tegen de deadline lange rijen bij de Centrale Bank,” waarschuwt de Ombudsman. “Niet iedereen kan zomaar een halve dag vrijmaken om dat te regelen.”
Zijn kantoor heeft inmiddels een brief gestuurd naar de overheid én naar de Bankiersvereniging van Curaçao. “We hopen dat er snel wordt bijgestuurd,” zegt hij. “Want vooral de meest kwetsbare burgers worden nu geraakt.” De overheid moet zorgen dat iedereen eerlijk en zonder extra kosten kan overstappen. Dat is de enige manier waarop deze overgang kan slagen.
Reactie Centrale Bank
De Centrale Bank van Curaçao is door Caribisch Netwerk om een reactie gevraagd, maar liet weten niet binnen de gevraagde tijd te kunnen reageren.