Aruba gaat de deadline voor de invoering van de Rijkswet financieel toezicht van 1 mei niet redden. Volgens de Arubaanse regering is de vertraging in het wetgevingsproces grotendeels te wijten aan de late oplevering van het advies van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op 28 maart, waardoor het tijdspad richting indiening onhaalbaar wordt. Daarom vraagt zij nu om zes weken uitstel om de wetgeving inhoudelijk af te ronden en formeel in gang te zetten.
Een paar dagen eerder liet de Nederlandse staatssecretaris Zsolt Szabó (PVV, Koninkrijksrelaties) weten dat er niet aan de deadline van 1 mei wordt getornd. “Ik heb dat signaal ook neergelegd bij zowel de vorige regering als de huidige regering”, aldus Szabó aan de Caribische pers.
Dinsdag stond premier Mike Eman (AVP), samen met collega ministers Gerlien Croes (Futuro, Koninkrijksrelaties) en Geoffrey Wever (Futuro, Financiën) het Arubaans parlement te woord om een tussentijdse rapportage te geven over de laatste ontwikkelingen over deze Rijkswet.
Premier Mike Eman, samen met collega ministers, in het Arubaans parlement. Foto Melissa Stamper
Hybride wetsvoorstel
Vorig jaar juni ging Aruba akkoord om toe te werken naar de komst van deze (consensus)Rijkswet waarin de begrotingsnormen – normen met betrekking tot financieel beheer en bepalingen met betrekking tot financieel toezicht – worden opgenomen. Daarnaast stelt Aruba in een lokale wet, de Landsverordening Waarborging Overheidsfinanciën, de verdere details op van de normen.
Maar zonder akkoord wordt de huidige rente verhoogd van 5,1 procent naar het oorspronkelijke rentepercentage van 6,9 procent, al moet Aruba pas vanaf oktober aflossen. In de oorspronkelijke afspraak heeft de coronalening een looptijd van 20 jaar, tegen een rente van 6,9 procent, dat betekent zo’n 300 miljoen florin (153 miljoen euro) die Aruba aan rente kwijt is. Deze renteverhoging zou Aruba dit jaar 10 miljoen florin extra kosten en mogelijk ook negatieve gevolgen hebben voor toekomstige leningen op de internationale kapitaalmarkt, stelt de Financiën-minister tijdens de bespreking in het parlement.
Naast de coronaschuld heeft het land namelijk 1 miljard dollar aan leningen op de buitenlandse kapitaalmarkt lopen, in het bestuurlijk akkoord wordt mogelijk gemaakt dat deze leningen ook deel uitmaakt van de herfinanciering en bij een verlaging van het rentepercentage zou dat samen een grote besparing zijn, aldus Wever. Als de Rijkswet ingevoerd wordt, kan de rente op de coronaschuld van 916 miljoen florin, zo’n 446 miljoen euro, dalen naar circa 3,4 procent. Bij herfinanciering op 3,4 procent zou dat betekenen dat ook de buitenlandse leningen die nu rond de 5,25 tot 6 procent oplopen ook verlaagd kunnen worden, legt hij uit.
Extra druk door situatie in de VS
De Amerikaanse tarieven kunnen ook extra druk leggen op de onderhandelingen tussen Aruba en Nederland en de herfinanciering van de leningen. Aruba importeert de helft van haar producten van de Verenigde Staten (VS) en geschat wordt dat geïmporteerde producten vanuit de VS 10 procent hoger wordt. Dat zou dan 138 miljoen florin per jaar zijn. In het derde kwartaal als Aruba de buitenlandse kapitaalmarkt op moet zal dat waarschijnlijk hoger uitvallen in verband met de verhoogde risico’s.
Bezwaar
In aanloop naar de deadline maakte de Arubaanse regering op 28 april in een brief aan Szabó bezwaar tegen de voorgenomen renteverhoging naar 6,9 procent. De regering benadrukt in haar brief dat zij zich actief inzet om het proces tijdig af te ronden en dat het nieuwe kabinet AVP-FUTURO zich expliciet heeft gecommitteerd aan implementatie van de Rijkswet. Maar zij vinden dat het rentepercentage van 6,9 procent op dit moment ‘onredelijk’ is, vooral omdat deze rente zelfs hoger is dan de rentepercentages die Aruba momenteel betaalt op de binnenlandse en internationale kapitaalmarkten.
Morele claim
Premier Eman van Aruba ziet ook graag in het akkoord dat Nederland zich inschrijft bij de herfinanciering van de schuld en ook dat er duidelijke afspraken komen over een exit-clausule na drie jaar. Dat zijn volgens Eman twee centrale punten die Aruba wil meenemen in de onderhandelingen. De betrokkenheid van Nederland is belangrijk, omdat de rente die Nederland kan bieden lager ligt dan wat Aruba zelf op de internationale kapitaalmarkt zou moeten betalen.
In tegenstelling tot Aruba kregen Curaçao en Sint-Maarten wél schuldsanering bij de ontmanteling van de Antillen, wat volgens Eman een historische ongelijkheid blootlegt. Dat verschil voedt de morele rechtvaardiging om te blijven pleiten voor omzetting van de coronaschuld in een investeringsfonds, aldus Eman.