Onderwijsrapport Curaçao luidt noodklok: ‘We lopen structureel achter’

Foto: Ministerio di Enseñansa Siensia Kultura i Deporte

Het nieuwste rapport over het funderend onderwijs op Curaçao, uitgebracht door de Inspectie van het Onderwijs, schetst een zorgwekkend beeld. Dit is het derde rapport in korte tijd en een van de vele in de afgelopen tien jaar die structurele problemen blootleggen. Desondanks lijken concrete veranderingen uit te blijven. Onderwijsexpert en bestuurskundige Miguel Goede deelt zijn kritische visie op de staat van het onderwijs.

Een patroon van rapporten zonder actie
Volgens Goede is er een patroon zichtbaar: “Dit is niet het eerste rapport dat wijst op tekortkomingen in het onderwijs, en waarschijnlijk ook niet het laatste. We blijven in een cirkel ronddraaien waarin de problemen worden benoemd, maar structurele oplossingen uitblijven. Er wordt veel geld gestoken in onderzoek, maar te weinig in de implementatie van aanbevelingen.”

Een van de kernbevindingen is dat de kwaliteit van het onderwijs nog steeds niet voldoet aan de norm. “Als je rapport na rapport blijft concluderen dat het onderwijs onvoldoende is, dan moet dat alarmbellen doen rinkelen. Toch blijft het maatschappelijk debat uit”, stelt Goede.

Structurele problemen: financiering, vergrijzing en ongelijkheid
Het rapport wijst op structurele problemen. Het huidige bekostigingsmodel is verouderd en houdt onvoldoende rekening met de werkelijke kosten. Daarnaast is het aantal leerlingen met 20% afgenomen, mede doordat er te weinig kinderen geboren worden terwijl de levensverwachting stijgt. “We weten dit al jaren, maar er gebeurt niets om het te verbeteren”, aldus Goede.

Daarnaast is er de vergrijzing binnen het onderwijs. “De gemiddelde leeftijd van docenten is hoog en het aantal jonge, lokale docenten blijft achter. We zijn te afhankelijk van buitenlandse docenten, terwijl er een lokale lerarenopleiding is. Dit is een tijdbom”, waarschuwt de onderwijsexpert.

Ook de ongelijkheid binnen het onderwijs blijft een punt van zorg. Leerlingen krijgen structureel 1,5 tot 2 uur minder les dan zou moeten, wat leidt tot veel huiswerk. Dit verklaart de opkomst van schaduwonderwijs, een duur systeem dat niet voor alle ouders betaalbaar is. Daarnaast moeten we ons zorgen maken over het niveau van de talen en het rekenen, dat structureel achterblijft. De opkomst van schaduwonderwijs vergroot de kloof tussen kinderen uit rijke en minder welvarende gezinnen. “Kinderen van welgestelde ouders krijgen alle kansen om eventuele achterstanden te compenseren, terwijl anderen afhankelijk zijn van een systeem dat structureel faalt”, zegt Goede.

Politieke wil ontbreekt
Met de komende verkiezingen op 21 maart in zicht, rijst de vraag of er politici zijn die deze problemen daadwerkelijk willen aanpakken. “Het onderwijs is een complex veld met veel stakeholders: schoolbesturen, vakbonden, docenten, ouders en leerlingen. Zonder een duidelijke visie en sterk leiderschap blijven we achter de feiten aanlopen”, zegt Goede.

Volgens hem ontbreekt in veel partijprogramma’s een concreet plan voor hervormingen. “Er wordt gesproken over brede scholen en verlengde schooldagen, maar de fundamentele problemen worden niet aangepakt. Hoe wil je beter onderwijs financieren zonder goed bekostigingsmodel? Hoe wil je digitalisering doorvoeren als docenten pas in 2025 hun eerste laptops krijgen?”

Samenwerking met Nederland als optie?
Een controversiële maar volgens Goede noodzakelijke optie is het versterken van de samenwerking met Nederland. “We kunnen blijven vasthouden aan autonomie, maar de realiteit is dat we de expertise en middelen missen om ons onderwijsstelsel zelfstandig op een hoger niveau te brengen. Op Bonaire, waar zwaar is geïnvesteerd in onderwijs, zie je dat de rendementen en prestaties wél vooruitgaan. Waarom kijken we daar niet naar als voorbeeld?”

Een wake-up call die genegeerd wordt?
Het rapport bevat harde conclusies en stevige aanbevelingen. Maar de vraag blijft: gaat er iets mee gebeuren? “Het onderwijs is de basis voor economische en sociale vooruitgang. Als we nu niet ingrijpen, blijft de volgende generatie vastzitten in een vicieuze cirkel van lage onderwijskwaliteit en beperkte kansen op de arbeidsmarkt”, concludeert Goede. “De tijd van rapporten verzamelen en analyseren lijkt voorbij. Wat nu nodig is, is actie. De vraag is of er politieke moed en maatschappelijk draagvlak is om de aanbevelingen eindelijk om te zetten in daadwerkelijke hervormingen.”